Hoe ski jij je Fischer Progressor?

“In 1989, ski designers in Slovenia took a cue from snowboarders and began to shorten their skis and cut them in the shape of an hourglass. When put on edge, these skis bent at the center, forming an arc in the snow that the board could follow.”
…
“As the wide tip and tail dig into the snow, the ski bends in the middle and begins to turn, carving a path down the slope on its edge.”

bron: http://discovermagazine.com/2004/feb/physics-of-skiing…

Vertaald:
"In 1989 volgden ski-ontwerpers in Slovenië het idee van snowboarders en begonnen hun ski’s in te korten en te snijden in de vorm van een zandloper. Als ze op de rand werden gezet, bogen deze ski’s naar het midden en vormden een boog in de sneeuw die het zou kunnen volgen. "
…
“Terwijl de brede punt en de staart in de sneeuw graven, buigt de ski in het midden en begint te draaien, waarbij ze een pad langs de helling op de rand afsnijdt.”

De veronderstelling dat de ski een bocht maakt die overeenkomt met de taillering of radius van de ski is niet zo vanzelfsprekend. Haal je skis even van zolder, zet er een schoen en zet ze schuin op een kleed, hoek van 45 graden. Welke kant gaat de ski op? Dat hangt af van de vorm waarin de ski buigt. Het hangt niet af van de taillering. Je skiet (of carved) immers op de onderkant van de ski, niet op de zijkant. Het is wel zo dat de doorbuiging van de ski bepaalt wordt door de taillering; des te meer taillering (klein radius), des te meer zal de ski doorbuigen en dus een scherpere bocht draaien. De doorbuiging is dus een indirect gevolg van de taillering. Maar de doorbuiging wordt ook bepaald door de flexibiliteit van de ski, en het gewicht van de skier, en de lengte van de ski, en de snelheid, en de bocht waarin de skier inmiddels zit. En niet te vergeten de sneeuw, dat maakt het helemaal lastig om het in een formule te vatten.

Foto’s van https://www.paullorenzclinics.com/blog/the-truth-behind-carv… , daar wordt het uitgelegd zonder in formules te vervallen.

Iets meer on-topic; hoe zit dat met die dubbele radius?
Volgens Fischer: “Unterschiedliche Radien an Skispitze und Skiende sorgen für eine schnellere Schwungeinleitung und ausgezeichnete Performance bei langen und kurzen Schwüngen.”.
Volgens mij: Het is een combinatie van vorm en flexibiliteit van de ski die het karakter bepalen, de radius is daar een onderdeel van en of die dubbel, enkel of multi is zegt an sich niet zo veel. Persoonlijk is de uitdaging nu om de ski in de praktijk in de goede vorm te krijgen en daarmee zijn de opmerkingen over kiwi’s misschien wel relevanter.

Je skiet (of carved) immers op de onderkant van de ski, niet op de zijkant. Het is wel zo dat de doorbuiging van de ski bepaalt wordt door de taillering; des te meer taillering (klein radius), des te meer zal de ski doorbuigen en dus een scherpere bocht draaien. De doorbuiging is dus een indirect gevolg van de taillering. Maar de doorbuiging wordt ook bepaald door de flexibiliteit van de ski, en het gewicht van de skier, en de lengte van de ski, en de snelheid, en de bocht waarin de skier inmiddels zit. En niet te vergeten de sneeuw, dat maakt het helemaal lastig om het in een formule te vatten.

arjanski op 12 jan 2019 11:05

Daar ga je wel héél kort door de bocht 😎.

De geometrie van de curve die je ski maakt als de volledige staalkant de sneeuw raakt bij een carvebocht hangt af van 3 factoren: de taillering van de ski, de hoek tussen de base van je ski en het sneeuwoppervlakte, en de vorm van het oppervlakte indien dit niet vlak is (wat ik voor het gemak even ga negeren omdat je daar als skiër weinig invloed over hebt).

Druk, snelheid, flexibiliteit van de ski, gewicht en technisch kunnen van de skiër, … zijn allemaal secundaire factoren die bepalend zijn voor de kantenhoek die je kan aanhouden en de krachtverdeling over het loopoppervlak van de ski. Die wil je zo gelijkmatig mogelijk verdelen, want de sneeuw kan maar een beperkte weerstand bieden voor je ski gaat slippen i.p.v. snijden.

Een soepele en een stijve ski die verder exact dezelfde afmeting en taillering hebben, gaan bij dezelfde kantenhoek exact dezelfde curve volgen. Het belangrijkste verschil zit 'm in de manier waarop de krachten worden verdeeld over het oppervlakte van de ski.

Een soepele ski zal makkelijker plooien bij lagere krachten (lage snelheid, lichtere skiër, grotere bochten), maar naarmate de krachten groter worden zullen ze sneller worden geconcentreerd op een kleiner oppervlakte waardoor je gaat slippen of stuiteren. Bij een stijve ski is er meer kracht nodig om de ski initieel te plooien (hoe groter de kantenhoek, hoe groter de kracht) en is er een hogere minimale kracht die op de sneeuw wordt uitgeoefend, maar hogere krachten worden beter verdeeld over het loopvlak van de ski’s waardoor de sneeuw onder je latten een grotere totale kracht kan dragen voor je grip verliest.

Snelheid, gewicht, technisch kunnen van de skiër; flexibiliteit en taillering van de ski; soort (lees: weerstand van de) sneeuw en hellingsgraad spelen dus allemaal een rol in de kantenhoek die je kan aanhouden in een gesneden bocht waarbij een minimum van kracht nodig is om de ski te plooien om de staalkant te laten snijden en een maximum waarboven je grip verliest. De radius van die bocht kan je alleen maar variëren door met die hoek te spelen.

Het idee achter de dubbele radius is dat de curve die wordt gevormd als je de ski plooit asymmetrisch is, waardoor je met je voorwaartse balans de krachtverdeling over je ski’s zo kan laten variëren dat het stuk van de taillering dat bepalend is voor de radius van de bocht verandert. Je krijgt in vergelijking met ski’s die een symmetrische taillering hebben bovenop het kanten met je voeten dus nog een extra mogelijkheid om met die bochtgrootte te spelen, zeker bij beperkte kantenhoek en kracht.

Aangezien dat doorsnee skiërs zelden grote kantenhoeken opzoeken (en controle van kantenhoek best goeie techniek vereist), kan dat een goed hulpmiddel zijn. Bijkomend voordeel is dat de langere radius op de tail vergevingsgezinder is als je te lang vanachter blijft zitten bij het uitsturen van een bocht.