Type buitenlaag

De buitenlaag van kleding, handschoenen en wanten is de eerste beschermlaag tegen de elementen. Om stoffen waterdicht en/of winddicht te maken kunnen fabrikanten tussen verschillende typen buitenlagen kiezen.

Een coating is een aan de buitenzijde aangebrachte chemische laag (geen stof) om een product waterdicht of waterafstotend te maken. Producten die enkel gebruik maken van een coating voor de waterdichtheid zijn over het algemeen minder waterdicht en vooral minder slijtvast dan producten die een membraan hebben. Echter om kleding goed ademend te houden en te zorgen dat water mooi van de kleding af parelt wordt ook de buitenkant van membranen gecoat.

Een membraan is een extra waterdichte laag, een soort vlies, die in de stof van het kledingstuk verwerkt zit. Dit is het deel van de stof die zorgt voor absolute waterdichtheid. Membranen zijn slijtvaster dan coatings. Het beroemdste waterdichte en ademende membraan is zonder meer Gore-Tex. Er wordt onderscheid gemaakt tussen microporeuze membranen (o.a. Gore-Tex, eVent), membranen met minuscuul kleine gaatjes en hydrofiele membranen welke een aaneengesloten laag vormen. Deze laten vloeibaar water niet door maar wel afzonderlijke moleculen.

Er worden nog steeds natuurlijke materialen gebruikt als buitenlaag voor wintersportkleding, handschoenen en sneeuwlaarzen. Leer is bijvoorbeeld een buitenlaag die bij handschoenen en sneeuwlaarzen veel wordt gebruikt. Leer is van nature ademend en waterdicht. Ook is het zeer slijtvast (mits goed onderhouden), waardoor het vooral bij tophandschoenen veel gebruikt wordt.