Waterdichtheid in praktijk

De waterkolom geeft precies aan welke hoe waterdicht een stof is. Maar de praktijk blijkt soms weerbarstiger dan een test in een laboratorium. Ook geldt de waterkolom voor de stof maar niet voor het eindproduct. Wij testen het materiaal in ‘real-life’ wintersportomstandigheden om erachter te komen of de kleding, handschoenen of winterschoenen je ook echt droog houden. Slecht gestikte naden, ondoordachte details of het gebruik van verschillende stoffen kunnen ervoor zorgen dat een product wat waterdicht zou moeten zijn dat in werkelijkheid niet is.

Waterdicht hoeft niet altijd

Bij de eerste gedachte zou je zeggen dat wintersportkleding altijd 100% waterdicht moet zijn. Maar dat is niet per definitie zo. Bij extreem koud weer heb je geen waterdichte kleding nodig: sneeuw smelt niet dus je hebt geen last van vocht. Dan is het logisch dat de fabrikanten voor andere buitenstoffen kiezen, welke bijvoorbeeld lichter en soepeler zijn. Ook hoeven bijvoorbeeld handschoenen in het voorjaar niet waterdicht te zijn als het lekker warm is. Dan kan een fabrikant begrijpelijkerwijs kiezen voor beter ademend materiaal.

Voor skiërs die bij weer of geen weer op pad willen gaan is waterdichte kleding echter wel een verstandige keuze. Want bij hevige sneeuwval of regen is het fijn als je droog blijft, net als wanneer je bijvoorbeeld in de sneeuw gaat zitten.

Waterafstotend, goede waterkolom, semi getapete naden, goede coating of membraan en waterdicht bij gemiddelde sneeuwval. Bij veel druk (zitten op sneeuw) komt er vocht doorheen. Ook zal het bij een lange dag van sneeuw of slecht weer sneller vochtig of klam worden.

Waterdicht, zeer goed membraan, waterdicht bij zware sneeuwval, regen en ook onder druk komt er geen vocht doorheen.