Quick

650 weken lid · www.jungfrau.ch

Van jongs af aan ben ik al op de latten te vinden. Vroeger altijd met vakantie naar Grindelwald in de Jungfrau Region (CH), maar sinds 2013 ontdek ik elk jaar meerdere nieuwe skigebieden in de andere Alpenlanden. Inmiddels heb ik ook ski-ervaring in Bosnië, Polen, Slowakije, Turkije, Kirgistan en Kazachstan. Het liefst neem ik de eerste lift omhoog en ski ik door tot de laatste lift sluit, op goed niveau en in hoog tempo.

Ik heb een lichte voorliefde ontwikkeld voor de Zuidalpen (Italië, maar ook Frankrijk ten zuiden van de Lautaret). Wat minder toeristisch, wat ruiger, wat vaker mooi weer. Een groot voordeel is dat de bomen in de Zuidalpen tot een stuk hoger groeien, waardoor je ook tijdens dagen met wat slechter weer nog genoeg zicht en mogelijkheden hebt. Het eten is er vaak erg goed en de prijs-kwaliteitverhouding is ook prima. En je treft er over het algemeen nét wat minder landgenoten.

Persoonlijke top-5 bezochte skigebieden:

  • Monte Rosa (IT)
  • Serre Chevalier (FR)
  • Jungfrau Region (CH)
  • Val di Sole (IT)
  • Pila (IT)

Ski’s:

  • Nordica Dobermann Spitfire 72 RB FDT in lengte 174 cm (2020).

Wensenlijst:

  • Flims - Laax - Falera (CH)
  • Via Lattea (IT/FR)
  • Arosa - Lenzerheide (CH)
  • Tignes - Val d’Isère (FR)
  • Belalp (CH)
  • Alpe d’Huez (FR)
  • Lauchernalp - Lötschental (CH)
  • Adelboden - Lenk (CH)
  • Val d’Anniviers (CH)
  • Massif des Aravis (FR)
  • Scuol (CH)
  • Livigno (IT)
  • Pra Loup - Val d’Allos (FR)
  • St. Moritz (CH)
  • Gasteinertal (AT)
  • Grandvalira (AD)
  • Hochzeiger (AT)
Mr. Slow

Niveau

Skiën
Gevorderd
Offpiste
Beginner

Favorieten

Favoriete land
Italië
Favoriete ski merk
Stöckli
Favoriete kleding merk
Tenson
Favoriete ski/snowboard schoenenmerk
Atomic
Favoriete skibril merk
Oakley

Bestemmingen

3 maart 2024
2 maart 2024
3 februari 2024
2 februari 2024
24 januari 2024
20 maart 2023
20 december 2022
19 december 2022
17 december 2022
24 maart 2022
20 maart 2022
15 januari 2022
19 december 2021
17 december 2021
16 december 2021
13 maart 2020
7 maart 2020
23 januari 2020
21 januari 2020
20 januari 2020
19 januari 2020
20 maart 2019
19 maart 2019
16 maart 2019
6 februari 2019
4 februari 2019
11 januari 2019
10 januari 2019
16 maart 2018
11 maart 2018
10 maart 2018
11 januari 2018
7 januari 2018
6 januari 2018
9 januari 2017
4 januari 2017
18 maart 2016
12 maart 2016
31 januari 2016
13 maart 2015
31 januari 2015
31 januari 2014
4 januari 2014
1 februari 2013
5 januari 2013

Laatste forum activiteit afgelopen 2 jaar

OnderwerpGereageerd opReacties
Familieappartement kopen
Laatste activiteit: 23-04-24 · 23:14
19-04-24 · 06:2761
Het Dolomiti Superski Topic (deel II)
Laatste activiteit: 23-04-24 · 15:09
03-04-24 · 22:012204
bestemming 2025: hulp gevraagd
Laatste activiteit: 22-03-24 · 21:00
20-03-24 · 16:0721
Eerste week april, shortski Breuil cervinia
Laatste activiteit: 21-03-24 · 11:57
20-03-24 · 14:258
Short ski
Laatste activiteit: 21-03-24 · 16:34
20-03-24 · 13:297
Skigebied zonder stoeltjesliften
Laatste activiteit: 20-03-24 · 07:19
16-03-24 · 17:1239
Waar zijn de condities nu goed?
Laatste activiteit: 12-03-24 · 21:57
12-03-24 · 15:5219
Shortski last minute: Beste sneeuwcondities
Laatste activiteit: 11-03-24 · 23:29
11-03-24 · 23:294
Fernpass....
Laatste activiteit: 12-03-24 · 10:59
11-03-24 · 15:5042
Week 12 voorkeur Italie waar moeten we heen?
Laatste activiteit: 10-03-24 · 20:51
10-03-24 · 12:1419

Laatste reviews

Medio januari 2022 verbleef ik met een paar vrienden in Pierre et Vacances Les Fermes de Méribel in Méribel Village. Vanaf het appartement ski je zo de stoeltjeslift Golf in; echte ski-in ski-out dus. De zon scheen de hele week en vrijwel alles was geopend. Goede condities dus om het hele gebied te doorkruisen. Het skigebied is groot en massaal, maar je bent voor zo’n groot gebied relatief snel van de ene naar de andere kant. Zelf vond ik het fijn om in Méribel te verblijven, omdat dat het middelste dal is en je dus makkelijk kunt kiezen tussen de kant van Courchevel of de kant van Les Menuires en Val Thorens.

Met recht een skigebied voor ‘du grand ski’, en wat hebben we een kilometers gemaakt. Snelle liften, lange afdalingen, veel massaliteit maar ook lieflijke stukjes, met name richting Saint-Martin de Belleville en boven Méribel. Als beginner heb je de vele kilometers piste niet nodig, maar je kunt over blauwe en rode pistes het hele gebied doorkruisen als je dat wil. De mooiste afdalingen vond ik richting Saint-Martin de Belleville, vanaf de Col de Chanrossa (Courchevel), Mont Vallon (Méribel), Point de la Masse (Les Menuires) en richting Orelle en vanaf de Cime Caron (Val Thorens). Je hebt mooi uitzicht op onder meer de Mont Blanc en boven Orelle richting de Aiguilles d’Arves.

Op de piste hebben wij goed geluncht bij Le Pilatus (Courchevel), La Loy (Saint-Martin de Belleville) en L’Alpage en L’Antigel (Les Menuires). Met name richting Saint-Martin de Belleville heb je meerdere goede lunchtentjes met ook nog enige authenticiteit (La Loy, Le Trait d’Union).

's Avonds hebben wij gegeten bij La Fromagerie in Méribel-Centre en après-ski bij La Terrasse du Village in Méribel-Village. Goed eten en bij met name La Terrasse du Village kun je ook prima après-skiën met vaak live muziek. Méribel is echt georiënteerd op Engelsen. Val Thorens vond ik persoonlijk vreselijk (en een ontzettende mierenhoop), maar daaromheen kun je wel mooie afdalingen skiën.

Minpunten zijn er wat mij betreft ook: alles is wel aan de prijs (met name in de restaurants op de piste), het skigebied kent weinig authenticiteit en als het slecht weer is, zul je door de hoogte en het gebrek aan bomen vermoedelijk weinig lekker kunnen skiën. Het skigebied heeft niet heel veel uitdagende geprepareerde pistes. En de preparatie kan soms ook een stuk beter. Maar al met al is dit toch een gebied wat je - vanwege de mogelijkheden en uitgestrektheid - als gevorderde wintersporter eens bezocht moet hebben. Ik kom hier zeker nog eens terug.

Met vriendenSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Op de ‘terugweg’ vanuit Reischach (Kronplatz) richting Nederland hebben wij tot circa 13.00 uur in dit gebied geskied. De keuze viel in het voordeel van Gitschberg-Jochtal, omdat in dat gebied meer pistes open waren dan in Plose. Bovendien schatten wij in dat het in Plose drukker zou zijn dan in Gitschberg-Jochtal, omdat Plose het ‘huisskigebied’ is van Brixen, een grotere stad, en het een zondag met mooi weer was.
Iets voor negenen parkeerden wij en begonnen wij in het gedeelte van Jochtal. Dit deel van het gebied ligt (enigszins) op het oosten georiënteerd en vangt daarom ’s ochtends enige zon. Het was een stralende dag, met op de toppen een koude, stevige nordföhn. En het was niet druk.

Jochtal is het kleinere gedeelte van het skigebied. Het bevat één korte zwarte afdaling, een blauwe panorama-afdaling waar je flink vaart moet houden om vooruit te komen, en wat fraaie, niet al te lastige rode pistes. Bovenin worden deze pistes ontsloten door een snelle zespersoons stoeltjeslift en een trage vierzitter. En dan heb je nog een langere rode dalafdaling terug naar de parkeerplaats, met een zwarte variant. Binnen een uur hadden wij alle pistes in dit gedeelte geskied en was het tijd om ons te verplaatsen richting het gedeelte van Gitschberg.

Om vanuit Jochtal bij Gitschberg te komen, moet je eerst een klein stukje de parkeerplaats en weg oversteken (2min lopen), en vervolgens vijf liften nemen (met tussendoor een klein stukje skiën). Gitschberg heeft een meer zuidgerichte oriëntering dus hier was het goed toeven in het zonnetje. Hier heb je beter uitzicht over de Pustervallei, de Dolomieten en Brixen. Bovendien vind ik dat in dit gedeelte de interessantere pistes liggen. De mooiste pistes vond ik de rode 23a en zwarte 23b richting de Ski Express (Scharte), alsmede de rode 25 door het bos.

Omstreeks 12.00 uur was het tijd om terug richting Jochtal te gaan. Die verbinding neemt toch enige tijd in beslag. Je kunt vanuit de ene kant de andere kant zien liggen en hemelsbreed is dat best een eindje weg. We zijn weer de weg overgestoken om een laatste keer richting de top van Jochtal te gaan. Vanaf daar hebben wij de rode afdaling naar Vals genomen om halverwege bij de Nockalm van de Italiaanse lunch te genieten. Na de lunch voldaan het laatste stukje naar beneden geskied, kort verkleed bij de auto en om 13.30 uur vertrokken wij richting Nederland.

Wij vonden Gitschberg-Jochtal een gemoedelijk skigebied met voornamelijk locals. Veel ouders met kinderen ook. Vals en Meransen zijn leuke plaatsen, waarbij met name Meransen de hele dag in de zon ligt. Echt een familiegebied waar je heerlijk in de zon kunt skiën met een mooi panorama. Veel gondels (ideaal voor jonge kinderen). Gemoedelijk. En veel goede hutten. Wij aten heerlijk – andermaal Schlutzkrapfen – in de Nockalm (Jochtal), maar ook de Pichlerhütte (koffiestop) en Gitschhütte (van een afstandje) zijn aanraders. Enkel de verbinding neemt wat tijd in beslag maar dat is het wel waard.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Vanuit ons verblijf in Reischach (nabij Kronplatz) tijdens onze short-ski besloten om één dag naar Drei Zinnen af te reizen. Na een rit van circa 40 minuten naar Vierschach draaiden wij om klokslag 09.00 uur daar de gratis parkeerplaats op, naast het treinstation en de gondel omhoog naar Helm. Al meteen werd duidelijk dat het hier aanmerkelijk rustiger was dan op de Kronplatz: geen rijen voor het loket waar de skipassen kunnen worden gehaald, en een halflege parkeerplaats.

Drei Zinnen is een aaneenschakeling van meerdere ‘bergen’, veelal ontsloten door merendeels moderne gondelbanen. De Helm, de Stiergarten en de Rotwand. Je kunt relatief snel en gemakkelijk pendelen tussen deze diverse ‘bergen’, waarbij op elke berg niet al te veel varianten te skiën zijn. Maar dat hoeft ook niet, want de pistes zijn er erg fraai. En er is voor ieder wat wils te vinden: mooie blauwe en niet al te moeilijke rode afdalingen, maar ook een paar flink pittige zwarte. En hier heb je een stuk meer uitzicht op de imposante bergen van de Dolomieten dan op de Kronplatz. De Drei Zinnen als naamgevers van het gebied kun je echter niet zien, omdat dat zicht wordt ontnomen door andere Dolomietenwanden.

Als gezegd zijn wij begonnen in Vierschach en hebben wij vrijwel direct de doorsteek gemaakt naar Rotwand. Dit gedeelte van het gebied ligt in de tijd van het jaar dat wij er waren (medio december 2021) vrijwel geheel in de schaduw, vooral het bovenste gedeelte. Daar hebben we een paar fijne pistes gepakt, onder meer de rode 5a die wordt ontsloten door een sleeplift en de rode 10. Op die laatste waren voor de koffie bij de Rudi Hütte nog wedstrijden, maar na de koffie was deze piste geopend. Dit is een hele fijne piste! De zwarte 3a is uitdagend maar had goede sneeuw en is helaas vrij kort, de zwarte 3b was helaas nog gesloten.

Vanaf de Rotwand kun je door een licht gekunstelde verbinding richting Padola om de ‘Grande Giro delle Cime’ te voltooien, maar de pistes daar waren helaas nog niet geopend tijdens ons verblijf. Daar moeten we dus nog maar eens voor terug.

Toen hebben wij de terugweg aangevangen en hebben we nog wat rondgeskied op de Helm, voordat we omstreeks 13.00 uur neerploften in het zonnetje bij de Jägerhütte, gelegen aan de rode dalafdaling naar Vierschach. Hier was het uitstekend toeven in het toch wel aangenaam warme decemberzonnetje met vriendelijk personeel en fraai uitzicht. Hier heb ik de beste lunch genoten van de hele vakantie: de huisgemaakte Schlutzkrapfen met spinazie en ricotta. Echt geweldig!

Na de lunch hebben wij de overige pistes van het gebied nog gedaan, waaronder een aantal keren de rode dalafdaling naar Vierschach. Dat is een mooie lange afdaling met een goede hellingshoek om in één keer genadeloos hard vanaf te skiën, zonder al te veel te hoeven remmen. Carvingstrecke! Ik vond daarnaast vooral de rode 11, overgaand in de zwarte 11a, erg leuk. En Sexten is een mooi, relaxed dorpje in de mooie natuur. Ik kan me goed voorstellen dat ik mijn kinderen hier later mee naartoe neem om te leren skiën.

Omstreeks 16.00 uur skieden wij voor de laatste keer de rode piste richting Vierschach naar beneden om daar de terugweg per auto naar Reischach aan te vangen. Een geweldige dag in een mooi skigebied, wat groter aanvoelde dan het daadwerkelijk is. En landschappelijk een zeer fraaie omgeving. Qua liften zit het gebied goed in elkaar en het skigebied beschikt met name over fraaie pistes voor gevorderden. Aanrader! Nadeel: het is vrij ver (binnendoor) rijden, en de overige skigebieden van Dolomiti Superski liggen wat verder weg. Eigenlijk is alleen Kronplatz goed aan te rijden, en tevens met de Alta Pusteria Express bereikbaar. Cortina d’Ampezzo is alweer wat verder, en de rest van de gebieden zijn helemaal ver.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Vanuit onze accommodatie in Radstadt zijn wij afgelopen januari drie dagen in de 4-Berge Skischaukel gaan skiën. Tweemaal opgestapt in Gleiming (Reiteralm) en eenmaal in Schladming (Planai). Wij vonden dit het leukste gebied in de regio. Zoals de naam al doet vermoeden, strekt het gebied zich uit over vier bergen die met elkaar verbonden zijn. Van west naar oost zijn dit Reiteralm, Hochwurzen, Planai en Hauser Kaibling. Een gebied voor de gevorderde wintersporter met voornamelijk mooie rode pistes tussen de bomen. Overal in het gebied heb je mooi uitzicht op het indrukwekkende Dachsteinmassief en verder op het Ennstal en de Hochkönig.

Echt lange zwarte pistes heeft het gebied amper, maar dat is niet echt een gemis. Er is meer dan voldoende uitdaging te vinden. De zwarte dalafdalingen naar Haus en Schladming zijn erg fraai, waarbij op die laatste tevens ieder jaar de slalom Night Race voor het wereldbekercircuit plaatsvindt. Je skiet dan het stadion bij de finish in, erg gaaf. Ook de zwarte 6 richting het middenstation van de Planai-West gondel is een aanrader. Op de Reiteralm zijn er een paar wat kortere, steile muren. Daar is de dalafdaling Finale Grande (rode 4) een aanrader. Een heerlijk steile racebaan, zeker als je met de 'Black Queen', oftewel de korte steile zwarte 4, begint.

Het gebied biedt heerlijke pistes en genoeg afwisseling voor een week. Er hangt (in het laagseizoen) een relaxte sfeer met veel goede skiërs, waarschijnlijk omdat het gebied niet echt geschikt is voor beginners. In het hoogseizoen kan het flink druk zijn, maar de meeste liften zijn erg snel en modern en het gebied blijft investeren. Ook kun je ski-in ski-out accommodatie boeken op het hoogplateau bij Rohrmoos. Hier vind je tevens de beste mogelijkheden voor beginners, met een aantal makkelijke blauwe pistes. Ook op de Hauser Kaibling kunnen beginners redelijk uit de voeten. De blauwe 3 daar bij de Höfi-Express I en II is erg fraai. Maar verder hebben beginners hier niet zoveel te zoeken.

Wij hebben in het gebied geluncht bij de Schafalm, Hochwurzenhütte en Reiteralmhütte. Vooral die laatste twee zijn aanraders, zowel qua uitstraling en bediening als qua eten! De Schafalm daarentegen vonden wij nogal massaal en ook het eten was wisselend van kwaliteit.

Zijn er dan geen minpunten? De meeste pistes hier liggen (grotendeels) op noordhellingen. Daardoor ski je, zeker in januari, weinig lekker in de zon. Ook zijn de verbindingen tussen de 4-Berge niet overal optimaal, van zigzaggende smalle paden (van Hochwurzen naar Reiteralm) en een stukje gondel naar beneden (Planai richting Hochwurzen) tot aan trage tweezitters (Reiteralm I en Rohrmoos I). Mede gelet op die verbindingen en de uitgestrektheid van het gebied is het aan te raden centraal te verblijven, of een stukje met de auto of bus te reizen. Voor beginners is het gebied te moeilijk om helemaal te ontdekken.

Voor ons als goede skiërs zijn bovenstaande punten weinig hinderlijk gebleken. Wij komen vast en zeker nog eens terug! Dan nemen wij ook de tijd om de omliggende, kleinere skigebieden zoals Rittisberg te ontdekken en te skiën op de Dachsteingletsjer.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Afgelopen januari zijn we vanaf onze accommodatie in Radstadt een dagje naar Hochkönig geweest. Het was zo'n dag waar je aan denkt bij een perfecte wintersportdag: kaiserwetter, strak geprepareerde pistes, besneeuwde bomen, koud, nagenoeg windstil en relatief rustig op de pistes. We begonnen in Mühlbach am Hochkönig om te starten met de Königstour. Tot aan Dienten vond ik vooral de rode 11 en 14 heerlijk. Mooie, relatief rechttoe rechtaan rode pistes, maar wel lekker steil.

Op de Gabühel hebben we op het terras van de Steinbockalm in de zon koffie gedronken. Vervolgens hebben we onze weg vervolgd naar Maria Alm, wat eruit zag als een gezellig, pittoresk dorpje. De Aberg heeft een paar zwarte, korte maar steile, noord-georiënteerde pistes, zoals bijvoorbeeld de zwarte 16. Erg leuk. Maar ook voor beginners zijn op de Aberg en de Natrun genoeg blauwe, brede pistes te vinden. De blauwe 10, die over een graat loopt, is een aanrader met geweldig uitzicht op de Hochkönig en het Dachsteinmassief.

We hebben geluncht op het kleinschalige terras van de Thoraualm. Dit hutje is echt een aanrader! Een oude berghut met binnen slechts een paar tafels, een kleine houten bar en een haardvuur. De tent wordt gerund wordt door een familie (opa en oma, zoon en vrouw of vriendin). Geweldig eten en zeer attente bediening. De Thoraualmjause is een feest.

De rode 21 vanaf de Gabühel naar Dienten vond ik ook leuk, maar is voor beginners misschien wat veel van het goede. De sneeuw was hier in de namiddag wat zachter omdat deze piste op een zuidoosthelling ligt. In drukkere periodes zal dat wel een buckelveld opleveren. Bovendien zijn de laatste tien meter voor de skibrug een soort rare kurkentrekker met daarvoor een paar erg steile meters, dus daar zag ik om me heen het een en ander misgaan.

Hochkönig is een leuk, uitgestrekt, sportief skigebied. De Königstour is een leuke tocht om te doen en staat goed aangegeven, maar pistes daarbuiten zijn ook zeker een aanrader. De pistes zijn erg fraai en de afdalingen zijn ondanks de geringe hoogteverschillen niet kort te noemen. De moderne liften zijn over het algemeen lekker lang en staan op strategisch goede plekken. Er zijn weinig smalle verbindingspistes of andere paden. De pistes zijn mooi breed en liggen lekker ver uit elkaar. De dorpen ogen knus, sfeervol en gemütlich. En die sfeer hangt ook in het gebied zelf, ondanks dat drukkere, bekende skigebieden als Flachau, Kaprun en Saalbach op een steenworp afstand liggen. En had ik al gezegd dat je mooie uitzichten hebt? Natuurlijk op de slechts 2941 meter hoge, maar majestueuze Hochkönig, maar bijvoorbeeld ook op het Dachsteinmassief en de Großglockner?

Wij komen zeker nog eens terug in 'Der Gipfel der Gefühle'. Al is het maar om de zwarte 1 naar Mühlbach te skiën, want daar ben ik niet aan toegekomen. Wel is het een gebied waar je snel het gevoel hebt op één lijn heen en weer te skiën. Ook is het gebied doorkruisen voor beginners wat lastiger, en voor gevorderden en kilometervreters misschien net wat te beperkt qua opties. Maar met de ski amadé pas kun je in mooie andere gebieden in de buurt terecht. Ideaal om die met Hochkönig te combineren, behalve als je in Maria Alm verblijft.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Eind maart 2019 hebben wij verbleven in het pittoreske dorp Valtournenche. Het was een zonnige week met heerlijke temperaturen. Er stond de eerste paar dagen wel veel wind, waardoor we maar één dag de verbinding met het Zwitserse Zermatt hebben gebruikt. Dat deze verbinding door harde wind moet sluiten komt helaas vaker voor.

Het skigebied bevat voornamelijk relatief makkelijke, rode pistes. Ook de zwarte pistes zijn niet extreem lang, pittig of steil. Heerlijk voor wat minder gevorderde wintersporters die graag relaxed willen cruisen, maar ons ging dat na verloop van tijd toch wat vervelen. Ook het feit dat het gehele gebied boven de boomgrens ligt en je veelal in dezelfde kom skiet, maakt dat er weinig afwisseling is. Dat het gebied zo hoog ligt, heeft natuurlijk het voordeel dat de kwaliteit van de pistes erg goed blijft. Bovendien liggen verreweg de meeste pistes vrijwel de gehele dag in de zon. Nadeel is dat het gebrek aan bomen en windgevoeligheid tijdens een week met slecht weer en weinig zicht echt roet in het eten kan gooien.

Kenmerkend aan dit gebied is dat je veel heerlijk lange afdalingen kunt maken. Het liftsysteem is over het algemeen snel en modern, op enkele uitzonderingen na. De wat langzamere liften heb je gelukkig niet vaak nodig. Door deze snelle liften kun je ook relatief snel wisselen van kant van het gebied. De uitzichten bij helder weer zijn fenomenaal. Je kunt de skigebieden van Pila en Monte Rosa zien liggen, maar ook de indrukwekkende Matterhorn en vele andere bekende vierduizenders zijn te zien, waaronder de Mont Blanc. Bij helder weer kon ik zelfs in de verte de Monte Viso zien liggen. Erg indrukwekkend!

De restauratieve voorzieningen op de piste zijn over het algemeen Italiaans goed. Sterker nog: ik ben al in veel Italiaanse skigebieden geweest, maar ik vond de kwaliteit hier het beste van alle reeds bezochte gebieden. Aanraders voor een koffiestop dan wel lunch zijn La Bricole, Baita Cretaz, Igloo, Lo Baracon Dou Tene, Chalet Etoile en Foyer des Guides. In Valtournenche zelf zijn wij ’s avonds gaan eten bij Brasserie du Cervin, Biblos en La Maison du Coq Rouge. Alle drie aanraders, met Biblos als onze favoriet vanwege de uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

Wij hebben een hele fijne vakantie gehad en komen vast nog eens terug. De uitbreiding naar Zermatt is een mooie extra en zeker de moeite waard, maar ook in het Italiaanse deel kun je je prima een week vermaken.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Zaterdag 2 februari 2019 ben ik op weg naar het Zillertal een dagje in Ski Juwel gaan skiën. Rond 09.30 uur parkeerde ik bij de Wiedersbergerhornbahn in Alpbach. Het regende nog in het dal, waardoor de pistes beneden een soort slush waren en vrij zwaar skieden. Boven was veel verse sneeuw gevallen, maar ook deze was vrij zwaar en nat. Gelukkig klaarde het al gauw redelijk op en hebben we de hele dag in afwisselend wolkenflarden en zon geskied. Door de zware, natte sneeuw ontstonden helaas al gauw een soort opgevroren sneeuwhopen met daarnaast half verijsde geulen op de piste. Oppassen dus, want geen droomcondities. Sterker nog, eigenlijk condities zoals ik ze nog nooit meegemaakt had. Bovendien was het zwaar skiën, ook omdat de nachtrust grotendeels ontbrak. Desondanks heb ik het hele gebied doorkruist en een goede indruk gekregen.

Ski Juwel lijkt me een uitstekende familiebestemming. Drukker dan ik verwacht had op een wisseldag met relatief slecht weer buiten de vakantieweken, maar erg gemoedelijk. Ondanks de verschillende bergkammen waarover het skigebied zich uitstrekt is het gebied lekker overzichtelijk. Ik kan me dan ook goed voorstellen dat iets oudere kinderen hier relatief zelfstandig hun eerste tochtjes kunnen maken.

De dalafdalingen zijn eigenlijk stuk voor stuk erg leuk. Zowel naar Auffach, Inneralpbach als terug naar de Wiedersbergerhornbahn. Tussen de bomen door en dan weer breed, dan weer smal. Ook wisselen vlakke en steilere stukken af. Buiten de dalafdalingen zijn de zwarte piste 7 (kort), de rode pistes 12 en 13 aanraders. Ook de zwarte 41 is goed bevallen. Wel jammer dat bijvoorbeeld de Hornbahn 2000 een langzame, vastgeklemde stoeltjeslift is. Deze lift ontsluit een aantal mooie pistes. Verder zijn de meeste liften modern, of in elk geval snel.

Het skigebied is me goed bevallen, maar ik moet nog maar eens terug met betere condities. Ook voor Reith (Reither Kogel) en Niederau (Markbachjoch) trouwens. Het gebied is niet klein, ook niet echt groot, maar gewoon authentiek met leuke afdalingen in gemoedelijk terrein. Hoewel ik nog weinig Oostenrijkse gebieden heb bezocht, kan ik me goed voorstellen dat dit typisch het Oostenrijk is waar mensen zo dol op zijn.

Met vriendenSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

In de eerste week van februari zijn wij vanuit ons appartement in Stumm twee dagen naar Zell am Ziller gereden om de Zillertal Arena te verkennen. Twee dagen met fantastische sneeuwcondities en ontzettend veel zon.

Ik vind dit het leukste gebied dat ik in het Zillertal bezocht heb. Voor de tocht van Zell helemaal naar Hochkrimml kun je gerust een dag uittrekken en waar ik mezelf in de skigebieden van Mayrhofen en Kaltenbach in een industrieel, massaal skigebied waande, heb ik dat in de Zillertal Arena niet gevoeld. Natuurlijk is het er druk en zijn hier ook grote, massale hutten, maar de drukte verspreid zich goed en er zijn ook genoeg gemoedelijke delen van het skigebied te vinden. Bovendien heb je fantastisch mooie uitzichten en waan je je tussen Gerlos en Zell echt in niemandsland in het hooggebergte.

Er zijn in dit gebied wel onwijs veel Nederlanders, waarbij Gerlos natuurlijk de kroon spant. De verbinding tussen Gerlos en Zell is niet ideaal, maar hier wordt in de komende jaren wat aan gedaan door allereerst de ellenlange vastgeklemde stoeltjeslift Stoanmandl te vervangen. Later volgt dan de vervanging van de Krimml-Xpress. Hoewel de verbinding momenteel nog redelijk wat tijd in beslag neemt, heb ik mij daar niet echt aan gestoord. Deze doe je toch maar één keer per dag de ene en andere kant op. Wel vervelend is het flinke stuk prikken tussen de Kreuzjoch-Xpress en Krimml-Xpress ter hoogte van de Arena Stadl. Dit prikken moet overigens beide kanten op.

Ik vond het minste deel van het gebied boven Gerlos. De kant van Zell am Ziller is daarentegen erg fraai. Hier kun je ook een afdaling van maar liefst 1900 hoogtemeters maken in de namiddagzon. Wel alleen voor gevorderden, want na het middenstation van de Karspitzbahn is de dalafdaling smal, steil en daardoor vaak buckelig en afgeschraapt aan het eind van de dag. De pistes op de Gerlosplatte bij Hochkrimml zijn lekker gemoedelijk en hier is het minder druk dan rondom Gerlos. Het leukste deel van het gebied is wat mij betreft rondom de Königsleitenspitze. Daar ligt ook een fijne hut om te lunchen, namelijk de Larmach-Alm.

Naast de Sportabfahrt (rode 18) kan ik aan de kant van Zell de rode 17 en 20 aanraden. Aanraders in de rest van het gebied zijn achtereenvolgens de rode 39, 38 en 37 van de Königsleitenspitze, of beter nog: de zwarte 42. Ook de rode 53 naar de Gipfelbahn is leuk. Op de Gerlosplatte bij Hochkrimml zijn de mooiste pistes wat mij betreft de heerlijk rustige zwarte 86 die wordt ontsloten door een sleeplift. Verder is de rode 70 lekker breed met een fijne hellingshoek.

Après-ski op de berg kan het beste bij Seppi's boven Gerlos. In dat dorp is tevens de beste après-ski in het dal te vinden, hoewel je in de andere dorpen ook wel het een en ander vindt.

Kortom: positief verrast door dit gebied. De deelgebieden zijn niet ideaal verbonden maar dat is voor mij weinig storend. Wel is het gebied drukker dan ik gewend ben, ook buiten de vakantieweken. En er zijn extreem veel Nederlanders. Maar qua skiën leuke pistes in verschillende kommen en op verschillende hellingen, waardoor je lekker kunt variëren tijdens je wintersportvakantie.

Met vriendenSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Vanuit ons appartement in Stumm zijn wij op twee stralend zonnige dagen begin februari gaan skiën in Zillertal 3000. Wij gebruikten telkens de Horbergbahn als opstappunt. De Ahorn heb ik helaas niet kunnen bezoeken.

De eerste dag wilden wij een zo goed mogelijk beeld van het gebied kunnen vormen, dus hebben we een tocht gemaakt naar de Eggalm en terug, waarbij we in de middag een deel van de pistes bij Penken hebben gedaan. De tweede dag hebben wij ons beperkt tot de pistes bij Penken, Horberg en Rastkogel.

Het gebied vond ik breder van opzet dan de pistekaart doet vermoeden. Doordat je over verschillende kammen gaat, heb je het idee mooie rondjes te kunnen skiën. Ook een tocht richting de Eggalm is zeker de moeite waard.

Het gebied is eigenlijk opgedeeld in drie delen: een grote kom boven Mayrhofen, de pistes bij de Rastkogel die bereikbaar zijn via de 150er Tux, en het gedeelte van de Eggalm, dat bereikbaar is via een skiroute vanaf de Rastkogel. Dit bleek overigens gewoon een geprepareerd pad te zijn.

Qua pistes en expositie is er naar ieders gading wat te vinden. De Rastkogel is weinig uitdagend en de pistes liggen daar heerlijk in de zon. De Eggalm is een wat rustiger gedeelte van het skigebied met een paar mooie, voornamelijk rode pistes en uitzicht op de Hintertuxer Gletscher. Het grootste gedeelte van de pistes ligt in de kom boven Mayrhofen en hier is ook het gros van de zwarte pistes te vinden. Deze zijn over het algemeen ook best steil. Ik vond de zwarte pistes 33, 56 en 12 fraai en erg lekker; de Harakiri daarentegen is overhyped en hier komen ook mindere goden op af die deze piste willen bedwingen. Deze laatste groep levert een vermakelijk schouwspel op vanuit de stoeltjeslift Knorren. De zwarte 45 is wat rustiger en zonniger dan bovengenoemde pistes.

Wel is dit een vrij druk gebied en dit is, ondanks de vele snelle liften, te merken. Voornamelijk op de pistes op de Rastkogel was het opletten geblazen. Ik heb meerdere ongelukken zien gebeuren en er is ook iemand van onze groep omver geskied, waarna de dader gewoon doorgeskied is. Ook moet je op sommige pistes een stuk prikken, net als om van de ene naar de andere kant te komen op de Penkenjoch. Eigenlijk onnodig, want de bergen zijn steil zat.

Après-ski op de berg is er genoeg, onder meer boven de Penkenbahn en Horbergbahn. In Mayrhofen zelf heb je natuurlijk de Brück'n Stadl en de Ice Bar. Let daar trouwens wel goed op je ski's, want buiten de Brück'n Stadl zijn de ski's van iemand van onze groep gestolen. Er zijn hier overigens ook een stuk meer Nederlanders dan in Hochzillertal-Hochfügen.

Al met al een prima gebied, waarbij een aantal pistes mij echt ten positieve zijn opgevallen. De zwarte 12 (Devil's Run) is bijvoorbeeld erg lekker, maar ook de rode 77 en 78 op de Eggalm, de rode 15 op de Horberg en 47 en 48 richting Katzenmoos zijn mooie pistes. En de rode 66 genaamd Route 66 doet zijn naam als Panorama-abfahrt eer aan, want het uitzicht op het Tuxertal is fenomenaal.

Toch stoort het volk in combinatie met de drukte mij hier dusdanig dat ik niet verwacht hier snel terug te zullen komen, ook in het laagseizoen. Wil je deze drukte ontvluchten, vermaak je dan op de Eggalm! Daarnaast is het skigebied, ondanks dat het van Horberg naar Eggalm best uitgestrekt is, aardig volgebouwd. Alle pistes en liften bevinden zich op een relatief klein oppervlakte, waardoor het geheel net als het deel boven Kaltenbach vrij industrieel en massaal aanvoelt. Je hebt nooit het idee ver van andere liften of pistes te zijn.

Een prima gebied voor een paar dagen in combinatie met andere gebieden op de Zillertaler Superskipas en als je après-ski belangrijk vindt, dan is Mayrhofen een mooie bestemming. Maar wat skiën betreft zijn er veel mooiere skigebieden!

Met vriendenSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Vanuit ons appartement in Stumm zijn wij twee dagen in Hochzillertal-Hochfügen gaan skiën. Eén dag lekker gepoederd op de pistes tijdens zware sneeuwval boven Kaltenbach en de andere dag met stralend blauw weer het hele gebied doorkruist.

Het gebied bestaat uit een gedeelte boven Kaltenbach en een deel rond Hochfügen. Deze delen zal ik hieronder afzonderlijk bespreken.

<strong>Kaltenbach</strong>
Het deel boven Kaltenbach is eigenlijk één bergflank waar een paar blauwe, maar voornamelijk rode en zwarte pistes parallel aan elkaar naar beneden lopen. Bovendien is dit een flank op het noordoosten, dus alleen 's ochtends in de zon. Prima geregeld allemaal, maar doordat de pistes hier op één flank liggen is het allemaal een beetje eentonig. Halverwege de flank loopt een blauw pad (Z), waardoor je makkelijk van de ene naar de andere kant kunt komen. Wel oppassen bij het kruisen van dit vaak drukke pad!

Aanraders qua pistes in dit deel zijn wat mij betreft de zwarte 7 en de rode 5, maar echt bijzonder zijn ook deze niet in vergelijking met de paradepaardjes van andere skigebieden.

De liften zijn modern en de pistes zijn best lekker, maar het voelt voor mij allemaal nogal industrieel aan. Dit gevoel begint eigenlijk al onderaan de twee (!) gondelbanen die parallel aan elkaar vanuit Kaltenbach vertrekken. Enorme capaciteit, maar dat is ook nodig gezien de gigantische parkeerplaats en parkeergarage die ernaast liggen. Hetzelfde geldt voor de hutten en moderne loungerestaurants, die net als het liftsysteem berekend zijn op massa's mensen. Niet bepaald authentiek.

De dalafdaling is best pittig. Wel een aanrader, maar aan het einde van de dag een zootje. Dat komt voornamelijk doordat hij op bepaalde punten enorm smal is. Aan het begin van de dag echter echt een genot, wanneer hij in de ochtendzon ligt en vers geprepareerd is!

Qua hutten hebben wij gegeten bij de Kaltenbacher Skihütte en de Wedelhütte. De eerste is een meer authentieke hut, waar de tweede relatief nieuw gebouwd is en meer modern en lounge is. Allebei wel een aanrader qua eten, waarbij je bij de Wedelhütte heerlijk op loungebanken van de zon en het uitzicht kunt genieten tijdens je pauze. Wij hebben ook wat gedronken bij Mountain View, maar dat vond ik een beetje een overdesigned blokkendoos.

Onderaan de dalafdaling kun je gezellig après-skiën bij de Postalm en op ongeveer tweehonderd meter voor het einde zit een gezellige Schirmbar.

<strong>Hochfügen</strong>
Via de Neuhüttenbahn en Wedelexpress bereik je het skigebied rondom Hochfügen. Dit skigebied biedt wat meer afwisseling dan het stuk boven Kaltenbach. De pistes liggen op verschillende flanken en lopen ook wat meer door de bossen dan aan de kant van Kaltenbach, waar het op de dalafdaling na vrij open terrein is.

Aanraders qua pistes hier vind ik de zwarte 4 onder de Zillertal Shuttle en de zwarte 7 die ontsloten wordt door de Pfaffenbühel sleeplift. Naar mijn idee was dit gedeelte ook wat rustiger dan Kaltenbach. De rode pistes die worden ontsloten door de Holzalm zijn lekkere carvingstreckes en bovendien vrij lang. Bij de moderne Waidoffen stoeltjeslift kunnen beginners goed uit de voeten. Bij de 8er Jet kan het vrij druk zijn, maar kun je via de Single Line toch snel de gondel in.

Dit gedeelte voelt een stuk authentieker aan dan het deel boven Kaltenbach en je waant je hier ver weg van het drukke Zillertal of de ski-industrie. Wel zijn aan deze kant wat minder eetgelegenheden te vinden.

<strong>Conclusie</strong>
Zoals hierboven al beschreven is dit een gebied met twee gezichten, waarbij ik Hochfügen een stuk aantrekkelijker vind dan Kaltenbach. Al met al een leuk gebied voor twee dagen, maar door de massaliteit en drukte zal ik hier niet snel terugkomen. Voor een afwisselende skivakantie buiten de drukke vakantieweken in combinatie met de andere gebieden in het Zillertal is Hochzillertal-Hochfügen echter prima!

Met vriendenSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

De week na de kerstvakantie hebben wij dit jaar in Ossana in Val di Sole verbleven. Vanuit hier hebben wij drie dagen in het skigebied Skiarea Campiglio geskied, en één dag in Pejo. Deze twee gebieden zijn op deze website onder ‘Val di Sole’ geschaard. Ik zal de gebieden afzonderlijk bespreken.

<strong>Skiarea Campiglio</strong>
Skiarea Campiglio is het grootste, aaneengesloten gebied in het Val di Sole en strekt zich uit van Folgarida en Marilleva tot aan Pinzolo in het Val Rendena. Het gebied bestaat uit verschillende delen: een gedeelte boven Folgarida en Marilleva, het gedeelte boven Madonna di Campiglio rondom Pradalago en Cinque Laghi, het gedeelte boven Madonna di Campiglio rondom Monte Spinale en Grostè, en het gedeelte boven Pinzolo. Het gebied bevat overwegend snelle liften en is erg uitgestrekt. Er zijn pistes in alle soorten en maten: onder en boven de boomgrens, steil, vlak (maar eigenlijk nergens prikpaden), slingerend, recht, breed en smal. Ook kan er in het gebied goed gevarieerd worden in expositie van de hellingen, doordat het skigebied op verschillende flanken ligt.

Het uitzicht is er erg fraai en afwisselend. Op Passo Grostè heb je mooi uitzicht over het Val di Non en de overige Dolomieten en ben je vlakbij de Dolomiti di Brenta, terwijl je vanaf de pistes boven Folgarida en Marilleva mooi uitkijkt op het Val di Sole. Rondom Cinque Laghi en Pradalago heb je dan weer mooi zicht op de Dolomiti di Brenta, terwijl je daarnaast vanaf het gedeelte boven Pinzolo mooi kan kijken over het Val Rendena.

De verbindingslift naar Pinzolo bestaat uit drie secties en bevat twee tussenstations. Naar deze tussenstations zijn vanuit de respectievelijke deelgebieden van Cinque Laghi en Pinzolo afdalingen gepland die in de komende jaren aangelegd zullen worden. Hoewel de lift nieuw en snel is, duurt het toch wel een poosje voor je aan de andere kant bent aangekomen. Ik zie daarom de meerwaarde van de geplande pistes wel in. Gelukkig zit je comfortabel in de gondel en heb je bovendien prachtig uitzicht over het eind van het Val Rendena aan de westzijde en de Brenta Dolomieten aan de oostzijde, dus vervelen hoef je je niet.

De pistepreparatie is er erg goed en maar liefst 95 procent van de pistes kan kunstmatig besneeuwd worden. Ik zou het gebied vooral aanraden voor wat meer gevorderde skiërs. Voor beginners is het gebied minder geschikt, omdat het vrij uitgebreid en onoverzichtelijk is en er ook flink wat pittige stukken genomen moeten worden om naar een ander deelgebied te komen. Het gebied telt een aantal heerlijke zwarte afdalingen. Zo zijn de Nera Marilleva (26), Nera Folgarida (1), Amazzonia (57), Spinale Direttissima (70), Pancugolo (90) en Competition (102) echte aanraders. Op de piste Miramonti (91) in Madonna di Campiglio vindt elk jaar de wereldbeker slalom plaats. Maar de mooiste afdaling van dit gebied vind ik de Tulot (100) in het deel van Pinzolo. Lang, steil en landschappelijk heel erg fraai.

Wij verbleven er buiten de schoolvakanties, maar konden merken dat het een vrij populair gebied is. Het was er zeker niet uitgestorven en de bezoekers kwamen grotendeels uit Italië en Oost-Europa. Sommige delen van het gebied zijn drukker dan andere delen. Zo zijn de pistes boven bij Passo Grostè altijd bedrijvig, evenals piste 10 vanaf Monte Vigo. Ook is de zespersoons stoeltjeslift Orso Bruno vanuit Marilleva naar Monte Vigo vrijwel altijd druk, net als de Malghette naar Monte Vigo aan het eind van de middag en de zespersoons stoeltjeslift naar Passo Grostè.

Qua hutten loont het de moeite om vooraf te bepalen waar te lunchen. Wij hebben gegeten bij Rifugio Graffer, Bar Ristorante Patascoss en Malga Cioca en bij wat andere tenten koffie gedronken. Bovenstaande hutten kan ik aanbevelen, zeker Malga Cioca.

Verder is het gebied vrij vriendelijk geprijsd, zeker voor wat je krijgt qua besneeuwing en moderne liften. Ook het eten en drinken is niet duur. Qua verblijf is er van alles te vinden. Er zijn meerdere leuke, charmante dorpjes te vinden. In het Val di Sole, maar ook Madonna di Campiglio zelf is een leuk dorp. Marilleva daarentegen is niet bepaald fraai, maar wel ski-in ski-out.

Al met al een heel fijn skigebied waar je je erg goed kunt vermaken en waar wij een hele fijne vakantie hebben beleefd! Ik geef dit gebied een 4,5 van de 5.

<strong>Pejo</strong>
Vanuit Ossana zijn we ook één dagje naar het kleine skigebied van Pejo gegaan. Het was fantastisch wintersportweer: koud en zonnig. Het skigebied van Pejo ligt aan het einde van het Val di Sole en bevat twintig kilometer piste. Het gebied ligt op hellingen die bijna de hele dag in de zon liggen en biedt prachtig uitzicht vanaf het hoogste punt, maar ook vanaf de pistes daaronder. De pistes worden voornamelijk ontsloten worden door een gondelbaan tot 2000 meter, een moderne pendelbaan tot 3000 meter en twee relatief nieuwe, maar vastgeklemde vierpersoons stoeltjesliften.

Vanaf het hoogste punt heb je mooi zicht op de Monte Vioz en de Rifugio Vioz. Aan de andere kant zijn de bergen van de Presanella, Adamello en Dolomiti di Brenta met Passo Grostè goed te zien. En daarachter kijk je uit over de ‘overige’ Dolomieten, waaronder de Catinaccio, Civetta, Marmolada, en het skigebied van Obereggen. Werkelijk adembenemend en heel weids. Echt een aanrader!

Na hiervan genoten te hebben, was het tijd het paradepaardje qua pistes van dit gebied te skiën. De rode piste door de Val della Mite vanaf de top. Deze piste maakt zo’n duizend hoogtemeters en is erg lekker. Gewoon een mooie piste door hoogalpien terrein met mooi uitzicht, lang en een fijne hellingshoek. Als je de dalafdaling er achteraan plakt, heb je een afdaling van 1600 hoogtemeters.

Daarna de rest van het skigebied verkend. Eigenlijk stuk voor stuk lekkere pistes. Dit is geen moeilijk gebied, en sommige pistes die als rood staan aangegeven kunnen wat mij betreft prima voor blauw door. De enige zwarte piste die het gebied rijk is, wordt volgens mij niet geprepareerd en was bovendien wegens sneeuwgebrek gesloten. Bij de stoeltjeslift Saroden waren ze druk bezig met het aanleggen van het funpark. En telkens weer dat mooie uitzicht.

Alle pistes meermaals gedaan en lekker rondjes geskied. Zo groot is het gebied niet, maar voor een lekker dagje in de zon uiterst geschikt. Bovendien was het hier vergeleken met alle andere gebieden die we deze week aangedaan hebben erg rustig. Alleen het Campo Scuola bij Tarlenta kun je beter mijden, maar dat is vrij eenvoudig. Gewoon een dagje lekker Italiaans genoten. De dalafdaling is trouwens ook best een leuke afdaling. Niet moeilijk, maar gewoon lekker glijden/knallen langs de bergwand met telkens wisselend panorama.

Koffie gedaan bij Rifugio Doss dei Cembri in de zon. Lunch hebben wij gedaan bij Baita 3 Larici en dat is een hele goede hut! Een beetje verscholen en rond deze tijd van het jaar maar weinig in de zon zo aan het einde van de dalafdaling, maar dit had als voordeel dat het er heerlijk rustig was. De hut was sfeervol aangekleed, met een kat en een hond, vriendelijk personeel dat bovendien weet hoe je een tent moet runnen, en bovendien uitstekend eten. Ook de huisgemaakte grappa van dennenappels was heel erg lekker en kregen we van het huis.

Wij kregen een beetje een ‘Seiseralm gevoel’ van dit kleine, gemoedelijke, niet al te moeilijke gebiedje. Een aanrader voor een dag met mooi weer als je in Val di Sole verblijft!

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Vanuit onze verblijfplaats Ossana in Val di Sole zijn wij tijdens onze vakantie één dag naar Passo Tonale gereden om daar te skiën (7 januari 2019). Het weer was fantastisch zonnig. De zuidhelling van Passo Tonale bestaat eigenlijk uit één flank waar een flink aantal stoeltjesliften naast elkaar omhoog gaan. Niet het meest inspirerende stuk skigebied. Bovendien ligt zelfs deze zuidhelling een groot gedeelte van de dag in de schaduw rond deze tijd van het jaar. Het onderste gedeelte althans.

Eerst zijn we richting de Passo Contrabbandieri gegaan en hebben daar de twee rode pistes gedaan en de bijbehorende liften. Best leuke pistes die lekker in de zon lagen. Daarna al zigzaggend met behulp van verschillende liften en pistes de doorsteek gemaakt naar de andere kant van deze zuidhelling en via de ‘seggiovias’ Nigritella en Bleis naar het andere ‘hoogste punt’ aan deze kant van het gebied. Op de zwarte 32 na vonden wij de rode afdaling 22 (Bleis) hiervandaan het mooiste van deze zuidkant. De op papier mooie afdaling Alpino (rode 20) was wegens het gebrek aan sneeuw helaas gesloten.

Na koffie bij de hut Nigritella, bovenaan de gelijknamige stoeltjeslift, zijn we de weg overgestoken naar het gedeelte van Passo Paradiso en de Presena gletsjer. Dit gedeelte is vrij klein en bevat één blauwe, rode en zwarte afdaling. Vanaf de Passo Presena is het uitzicht erg mooi op de Monte Adamello en haar gletsjers. Het eerste stuk van de afdaling is redelijk steil en schaduwrijk, waarna de pistes tot aan de Passo Paradiso flink afvlakken. De zwarte afdaling richting Tonale vanaf daar lag er uitstekend bij en bevat een paar pittige stukjes, maar was prima te doen en bovendien landschappelijk best fraai, vooral bovenin tussen enorme rotswanden.

Vanuit daar zijn we in één ruk doorgeskiet naar het deel van Ponte di Legno en hebben geluncht in de zon bij Rifugio Corno d’Aola. Deze hut is een aanrader. Leuk terras met bediening, goed eten voor een schappelijke prijs zoals zo vaak in Italië en bovendien mooi uitzicht op onder meer de Passo Tonale en het dal van Ponte di Legno, alsmede de weg naar de Passo Gavia.

Na de lunch hebben we nog even snel de rest van dit deel van het skigebied verkend, tot aan de zwarte dalafdaling naar Temù. Dit deel is wezenlijk anders dan het stuk rondom Passo Tonale. Waar de pistes daar eigenlijk vrijwel allemaal vrij lieflijk en hoogalpien zijn door het gebrek aan bomen, zijn de pistes in het deel van Ponte di Legno eigenlijk stuk voor stuk vrij pittig, steil en door het bos. Eigenlijk precies zoals ik ze graag heb. En de twee delen vullen elkaar daarom ook goed aan. Dit deel ligt wel op een noordhelling, dus de pistes waren relatief hard en lagen bovendien veel in de schaduw doordat de zon begin januari niet hoog aan de hemel staat. De zwarte dalafdaling naar Temù ligt landschappelijk erg mooi, loopt met mooie bochten door het bos, is steil en daarom voor gevorderde skiërs zeker een aanrader.

Al met al echt een heerlijke dag gehad en vrijwel alle pistes in dit vrij grote, afwisselende gebied gedaan. Niet het mooiste gebied waar ik ooit geweest ben, maar gewoon een prima, leuk skigebied. Het was lekker rustig op de pistes en we konden bij de liften zo doorlopen. Het deel rondom Tonale is meer voor beginners en gemiddelde skiërs, terwijl het deel bij Ponte di Legno echt uitdagend is. Door de ligging op het noorden van de pistes boven Ponte di Legno, de aanwezigheid van de Presena gletsjer en de hoge ligging van de zuidhelling van Passo Tonale zou ik dit gebied eerder aanraden wat later in het seizoen, zo vanaf medio februari of zelfs in maart. Dan komt het gebied denk ik het beste tot zijn recht.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Vanuit onze verblijfplaats Ossana in Val di Sole zijn wij tijdens onze vakantie één dag naar Paganella gereden om daar te skiën (10 januari 2019). Het was een koude, winderige, maar zonnige dag. Paganella telt ongeveer 33 km aan piste en ligt op een soort grote heuvel/plateau met 360 graden uitzicht. Het skigebied telt vooral noord/noord-westhellingen. Weinig zon dus in deze periode van het jaar. Maar de uitzichten zijn fenomenaal. Richting het noorden het uitgestrekte Val di Non met haar eindeloze wijngaarden, richting het oosten de overige Dolomieten en geweldig uitzicht op de vallei van de Adige, richting het zuiden het skigebied van de Monte Bondone en het Gardameer en naar het westen de Brenta Dolomieten en Passo Grostè, behorend bij het skigebied van Madonna di Campiglio.

De afdalingen van het gebied zijn overwegend rood, maar goed te doen. De enige zwarte piste genaamd Olimpionica 2 is vrij kort en lag bovendien de hele dag in de schaduw. Desalniettemin een prima piste. De mooiste pistes vond ik die aan de kant van Santel (Fai della Paganella). Voornamelijk mooie rode pistes onder de boomgrens en lekker lang. Aan de kant van Andalo zijn piste G en E lekker, evenals Z en Q wat lager in het gebied. Het liftnetwerk is vrij modern en steekt goed in elkaar.

Er is één piste die er echt uitspringt en dit gebied echt een boost geeft: de piste met de toepasselijke naam Panoramica (V). Wat een adembenemende uitzichten op de Dolomieten en de Adigevallei. Je kijkt ongeveer 1800 meter naar beneden. Ook de piste zelf is fotogeniek en bovendien lekker te skiën met steilere stukken, mooie bochten, wat vlakkere gedeelten en zowel boven als onder de boomgrens. Alleen voor deze piste en het bijbehorende adembenemende uitzicht zou ik hier al een keer gaan skiën.

De lunch hebben wij gedaan bij Rifugio Dosso Larici, een rustieke hut met lekker eten die een stukje van de normale pistes af ligt en met een skiweg bereikbaar is. Wat ons betreft een prima hut. Na het skiën zijn we nog even door Andalo gereden en dat is een mooi, sfeervol dorp.

Al met al een leuk skigebied voor een dagje of een paar dagen!

null

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Verbleven in de week van 10-17 maart 2018. Val Gardena is een erg mooi skigebied met fenomenale uitzichten, mooie pistes, veel afwisseling, goede hutten en gastvrije mensen. Vooral van de Sella Ronda af is het wat rustiger. De Seiseralm is een aanrader om een dag te bezoeken, net als de Seceda. Goed eten onder andere bij de hutten Emilio Comici en Annatal aan La Longia.

Wij verbleven in Ortisei, een gezellig en authentiek dorp. Als je verre tochten naar bijvoorbeeld Santa Croce of de Marmolada wil maken vanuit Ortisei, is het aan te raden de auto of skibus te pakken naar Santa Cristina of Selva, aangezien de lus per ski via Seceda best wat tijd in beslag neemt en je daarna tijdens spitsuur in de Sella Ronda belandt. Als je 's avonds een keer uit eten wilt, is Vives een aanrader. Erg verfijnd eten voor een prima prijs, goede wijnen en vriendelijke bediening.

Tochten maken is zeker een aanrader, waarbij je soms wel een stukje moet prikken of het gevoel hebt erg veel in de lift te zitten. De liften zijn over het algemeen erg modern. De uitzichten en afgelegen plekken die je bereikt zijn echter zeker de moeite waard.

Grootste nadeel vonden wij de drukte en de massaliteit. Vooral de Sella Ronda is, ook buiten de schoolvakanties, erg druk. Doordat de liften snel zijn, vallen de wachttijden grotendeels mee, uitzonderingen daargelaten. Ook veel ongeoefende skiërs op deze ronde. Zodra je van de ronde afgaat, wordt het snel rustiger. Ook dan is het echter vaak drukker dan in andere gebieden waar wij buiten de schoolvakanties geweest zijn. Deze drukte in combinatie met liften met hoge capaciteit maakt dat veel pistes al relatief vroeg kapotgeskied zijn en je erg veel op andere mensen moet letten tijdens het afdalen. Komt het ‘echte’ skiën dus niet ten goede.

Al met al een hele leuke vakantie gehad, maar vanwege de ook in het laagseizoen aanwezige drukte geef ik Val Gardena vier sterren. Ik kom er vast nog eens terug (om de resterende tochten te maken), maar puur om te skiën zijn er naar onze mening mooiere (en interessantere) gebieden.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Tijdens ons verblijf in Ortisei zijn wij één dag naar de Seiseralm gegaan. Hebben in één dag alles kunnen skiën. Erg mooi uitzicht op voornamelijk de Schlern en de Sassolungo en Sassopiatto. Het skigebied heeft veel moderne liften, waarbij vooral de kant van Ortisei nog een paar wat oudere stoeltjesliften kent.

Gebied is zoals op deze website aangegeven erg geschikt voor beginners. De pistes zijn veelal breed en niet al te moeilijk. Maar ook gevorderden kunnen zich er prima vermaken. Vanaf de Puflatsch lopen een paar mooie zwarte afdalingen en ook de rode afdalingen vanaf de Goldknopf en Florian richting Saltria zijn aanraders: lekkere pistes deels tussen de bomen waar je flink gas kunt geven.

Hebben gegeten bij Gostner Schwaige, aanrader met goed eten en vriendelijke bediening. Er kan alleen met cash betaald worden! Ook Icaro is een prima plek om te eten.

Al met al een erg leuke dag gehad. Het beviel ons best goed om de ski’s de hele dag aan te kunnen houden (in tegenstelling tot de Sella Ronda of een paar andere, bekende tochten). Ook weinig tot niet hoeven prikken en de pistes waren eigenlijk best lekker. Niet heel uitdagend, maar ook niet te vlak.

Nadeel is het gebrek aan (zeer) uitdagende pistes. Ook denk ik dat je geen hand voor ogen ziet met slecht, mistig weer vanwege de hoge ligging en de weinige bomen. Het is er rustiger dan op de Sella Ronda, maar toch nog best bedrijvig en zeker niet uitgestorven.

Er zijn een paar oudere liften, maar het merendeel is modern en het gebied zit goed in elkaar. Ook veel langlaufers, wandelaars en parapenters gezien. En veel paardensleetjes. Ideaal dus voor mensen die naast skiën ook eens wat anders willen doen of proberen in een schitterende omgeving. Al met al een leuk, gemoedelijk, knus gebied.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

De laatste twee dagen van onze vakantie in Val di Fassa zijn we naar Predazzo gereden om daar, naast de schansen voor het skispringen, de gondel te pakken van het gebied Ski Center Latemar. De kant van Predazzo ligt 's ochtends heerlijk in de zon en biedt mooie rode en zwarte pistes. Eigenlijk is het merendeel van de pistes in dit gebied mooi rood en zwart, waarbij zwart veelal goed te doen is. Voor de echte beginner niet ideaal dus. Fenomenale uitzichten op onder andere de Palagruppe, Latemar en de Brennervallei met de daarachter liggende bergen. Wat opviel hier was het grote aantal Duitsers en dat het skiniveau hier hoger lag dan in de andere gebieden die we bezocht hebben. Lunch boven bij Oberholz boven Obereggen, een moderne hut. De risotto en spaghetti amatriciana was erg goed en niet duur. Ook hier weer prachtig uitzicht.

Kwamen tot de conclusie dat we dit het mooiste gebied in deze regio vonden wat we tot nu toe geskied hebben. Erg mooie pistes voor zowel gemiddelde als gevorderden en veel tussen de bomen door. Tip is naar boven bij Pala di Santa, het mooiste uitzicht en een fenomenale zwarte piste. Maar er zijn veel meer pistes die ik zou kunnen noemen. Hoewel het gebied niet erg groot is, voelt het wel groot aan doordat je telkens in een nieuwe vallei of kom kunt skiën. Een absolute aanrader!

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Vanuit Pozza di Fassa een dag naar Passo San Pellegrino en een dag naar Alpe di Lusia gereden. Twee verschillende skigebieden die samen een skipas delen. Omdat de gebieden nogal verschillen, zal ik ze hieronder afzonderlijk beoordelen.

Alpe di Lusia bestaat uit 27 kilometer aaneengesloten pistes, onder te verdelen in een stuk aan de kant van Moena en een stuk aan de kant van Bellamonte. Het stuk boven Bellamonte is vrij vlak, met uitzondering van de zwarte piste Direttissima. Ideaal voor beginners, waarbij alle pistes lekker breed en op de zonkant gelegen zijn, zowel boven als onder de boomgrens lopen en ontsloten worden door een compleet modern liftsysteem.

De interessantere pistes zijn mijns inziens aan de kant van Moena te vinden. Mooie rode en zwarte pistes die je heerlijk aan elkaar kunt lussen tot in het dal, voornamelijk door de bossen. Hoewel het gebied klein is, heeft het dus voor ieder wat wils. Ook voelt het groter aan, mede doordat je aan twee kanten van de berg kunt skiën. Voor gevorderden leuk voor een dagje, voor beginners interessant. Die kunnen het wintersporten goed onder de knie kennen aan de kant van Bellamonte, om later in de week wat pittigere afdalingen te pakken aan de kant van Moena.

Dan Passo San Pellegrino (PSP). Dit gebied is een stuk groter met 68 kilometer piste en bestaat uit twee delen: de relatief makkelijke zonhelling boven de PSP en een deel boven het dorp Falcade. Het eerste deel bestaat eigenlijk uit één makkelijke, brede helling met veel op elkaar lijkende pistes die blauw en lichtrood zijn. Ideaal voor beginnende wintersporters om het te leren, maar voor anderen vrij saai want gewoonweg geen afwisseling. Met slecht weer zie je hier tevens niets, want in dit gedeelte zijn geen bomen te bekennen. Wel snelle liften en met mooi weer fraai uitzicht op Civetta, Monte Pelmo, Cima dell’Uomo en de Gruppo delle Pale. Er is één zwarte, korte piste maar ook die is niet bijzonder.

Een grote cabinebaan brengt je vanaf de pas naar het gedeelte boven Falcade. Dit deel is mijns inziens een stuk interessanter en biedt meer variatie. Mooie, glooiende rode pistes boven in de zon. De dalafdalingen naar PSP en Falcade zijn wat uitdagender (rood en zwart), en zijn de aanraders van dit gebied. Met name de nieuw aangelegde piste La Volata is flink steil, maar ook erg mooi.

Afrondend zou ik beide gebieden met een voldoende beoordelen, maar niet bijzonder in vergelijking met andere gebieden die ik heb bezocht. Ook in de regio zijn veel mooiere skigebieden te ontdekken. Voordeel was dat het lekker rustig is in deze gebieden en vooral de uitzichten bij PSP zijn erg fraai. Nadeel is het niet bijzondere deel boven PSP en voor gevorderden het makkelijke deel boven Bellamonte. Ook waren in deze gebieden erg veel Oostblokkers onderweg. Al met al leuk om geweest te zijn en prima vermaakt, maar het is absoluut geen must-see.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Vanuit onze standplaats in Pozza di Fassa reden wij via de Passo Costalunga naar het skigebied Carezza en parkeerden onder de gondellift Hubertus. In dit gebied opmerkelijk veel Duitsers en Duitstaligen dan in de gebieden van Trentino. Begonnen op de Passo Costalunga, waar een fraaie rode en zwarte piste (54 en 55) ontsloten worden door een snelle stoeltjeslift. Vanaf deze rode piste viel ons het fantastische uitzicht over de Rotwand en de Brennervallei op. Beide pistes zijn aanraders!

Daarna via twee snelle stoeltjesliften en een korte sleeplift naar de andere kant van het skigebied, boven Nova Levante. De dalafdaling is erg lang en slingert fraai door de bossen richting dit dorpje. Maar de ultieme aanrader, en misschien wel de mooiste piste die ik deze vakantie in de verschillende gebieden in de Dolomieten gedaan heb, is de zwarte en rode 20 vanaf het hoogste punt van het skigebied. De lift die hier naartoe gaat, is helaas een lange, langzame tweezitter, maar de lange zit is het dubbel en dwars waard. Mooi uitzicht op Catinaccio en Latemar, het dal en de piste zelf zijn erg fraai. Eerste deel vrij pittig boven de boomgrens, daarna steeds wat verder afvlakkend met uiteindelijk een mooi stuk door het bos.

Wij hebben geluncht bij Hennenstall, een erg gezellige Tiroolse hut onder de gondels van Hubertus. Erg lekker eten voor een schappelijke prijs, zowel de pizza’s als de ravioli met gesmolten boter, ricotta en spinazie waren erg lekker.

Al met al een leuk gebied met mooie pistes voor beginners. Gevorderden vinden iets minder uitdaging, want de zwarte pistes zijn vrij kort. Zij moeten hun uitdaging meer zoeken in lekker knallen, maar dat kan hier prima dankzij de - op een enkele uitzondering na - snelle liften en de goede pistenpreparatie. Een aanrader om eens te bezoeken als je in de buurt verblijft of geen groot skigebied nodig hebt.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Begin januari 2018 zaten wij in Pozza di Fassa, voor het eerst in de Dolomieten. De insteek was om meerdere gebieden in de regio te bezoeken. Zo hebben wij ook geskied in Carezza, Ski Center Latemar, Passo San Pellegrino en Alpe di Lusia. Wij kozen voor verblijf in Pozza omdat dit ook een eigen liftverbinding heeft, waardoor de auto gebruiken niet elke dag noodzakelijk zou zijn.

Val di Fassa bestaat uit de deelgebieden van Vigo-Catinaccio, Buffaure-Ciampac en een deel van de Sella Ronda boven Campitello, Canazei en Alba. Van deze deelgebieden hebben wij alleen de eerste twee bezocht.

Vigo-Catinaccio heeft vrij veel snelle liften en een fantastisch uitzicht op het dal en de bergen die horen bij het massief van de Catinaccio. Wij kregen hier het gevoel alsof we in het westen van de Verenigde Staten waren. Daar deed dit massief met bossen aan denken.

Het gebied zelf bestaat uit 14 kilometer piste, waarvan het merendeel makkelijk is. Ideaal voor een dag met slecht weer, aangezien de bomen tot aan de hoogste lift groeien. Aanrader hier zijn de zwarte piste Tomba en de rode dalafdaling naar Vigo genaamd Thöni. Wij hebben twee keer gegeten bij Baita Pra Martin, net onder de hoogst bereikbare top van het skigebied. Een charmante, vrij kleine berghut met goede bediening en erg lekker eten voor een schappelijke prijs, dus een aanrader.

Het gebied van Buffaure-Ciampac is de toegangspoort tot de Sella Ronda vanaf Pozza. Ook is het, net als het gebied boven Vigo, onderdeel van de Skitour Panorama. In de kom boven Alba vind je vooral relatief makkelijke, zonnige pistes. Aan de kant van Pozza zijn de afdalingen wat uitdagender. Aanraders zijn de zwarte dalafdalingen naar Alba en Pozza. Maar de mooiste piste is wat mij betreft de rode dalafdaling naar Pozza. Met een adembenemend uitzicht op de Cima Undici en Dodici, mooi door het bos en een rustige vallei is het eerste deel wat uitdagender, waar het tweede deel een stuk vlakker is. Met genoeg snelheid om niet te hoeven prikken glijd je zo Pozza weer in.

Over het algemeen zijn de liften in Val di Fassa snel en modern, de uitzichten erg mooi en de pistes bieden voor elk wat wils. Met de Dolomiti Superski pas heb je bovendien een heel groot, aaneengesloten skigebied tot je beschikking (hadden wij niet omdat de focus bij ons lag op andere gebieden, verbonden in de Valle Silver pas). Ook accommodatie was vrij vriendelijk geprijsd.

Enige nadelen die ik op kan noemen zijn het grote aantal Oostblokkers met bijbehorende capriolen op de piste en het feit dat het skibusnetwerk lastig uit te vogelen is en bovendien niet bij de skipassen inbegrepen zit. Ook kun je hier beter niet op voorhand boeken als je per se een wit dal wilt hebben, want het is hier nog wel eens groen (hadden wij gelukkig geen last van). Al met al zeker een aanrader, zowel voor mensen die de andere, wat kleinere gebieden buiten de Sella Ronda willen ontdekken als de mensen die de gebieden die daar wel aan liggen willen bezoeken! Voor beginners zou ik een ander gebied aanraden, daarvoor zijn de mooiste pistes te uitdagend en kun je niet door het hele gebied cruisen.

PS: Als ik 4,5 ster had kunnen geven, dan had ik dat gedaan.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Een tijdje terug (februari 2013) met een groep vrienden naar Valloire getogen voor een week wintersport. Via een redelijk smalle bergweg bereik je dit dorp. Het dorp zelf is charmant te noemen en ook redelijk sneeuwzeker. Het heeft genoeg faciliteiten en vertier te bieden, zonder dat het storend wordt. Tevens is er elk jaar een ijssculptuurfestival in het dorp. Het skigebied strekt zich uit over drie deelgebieden die onderling verbonden zijn, te weten Setaz boven Valloire, Crey du Quart tussen Valloire en Valmeinier, en Le Gros Crey boven Valmeinier.

Pluspunten:

  • Het skigebied is redelijk ruim opgezet, zeker voor het aantal pistekilometers. Een tocht van Setaz naar Le Gros Crey neemt nogal wat tijd in beslag. Ook zijn de uitzichten erg mooi. Doordat het gebied over meerdere bergkammen verdeeld is, kun je mooie tochten skiën.
  • Accommodatie en skipas zijn over het algemeen vrij goedkoop. Daarvoor krijg je een leuk, relatief uitgebreid skigebied. Eten en drank zijn over het algemeen wel wat duurder.
  • Goed bereikbaar. Tot aan Saint-Jean de Maurienne alleen maar snelweg.
  • Leuk voor families en beginners. Veel makkelijke, gelijkmatige pistes.

Minpunten:

  • Hoewel er in deze week veel sneeuw viel en ook al veel sneeuw in het dorp en skigebied lag, was de pistepreparatie op zijn zachtst gezegd zeer matig te noemen. Ik ben inmiddels in een flink aantal skigebieden geweest in verschillende alpenlanden, maar heb nergens de preparatie van de pistes zo abominabel meegemaakt als in dit gebied.
  • Zeker bij de lift vanuit het dorp (Crêt de la Brive) kan het nog wel eens druk zijn, net als bij TSD Brive 2 en de liften Le Roi en Gros Crey.
  • Weinig gezellige hutten op de pistes. Veel dure vreetschuren. Uitzondering (leuk en goedkoop) is een boerenhut aan de blauwe piste grapil onder de Grandes Drozes lift (geheimtip).
  • Weinig echt interessante pistes (niet echt speels, veel paden).
  • Voor gevorderden vond ik het gebied ook tegenvallen. Veel pistes zijn relatief makkelijk.
  • Ondanks enkele strategisch geplaatste nieuwe liften, zijn veel liften verouderd.
  • Op een dag met slecht weer heb je eigenlijk maar beperkte mogelijkheden: alleen boven Valloire rondom de Setaz liggen een paar pistes tussen de bomen. Daarboven heb je echt een complete white-out!

Al met al een prima gebied, al zou ik het niet snel aanbevelen. Daarvoor ben ik in andere, leukere gebieden geweest. Althans, gebieden die wat minder minpunten hebben of op bepaalde onderdelen beter scoren. Ook zal ik hier, om dezelfde reden, niet gauw terugkeren.
Mocht ik toch nog eens teruggaan, dan loont het om in Valloire nabij de Cret de la Brive lift te verblijven, of, als je puur voor het skiën komt en niet zo zeer voor de gezelligheid of faciliteiten, in Les Verneys. Dit ligt relatief afgelegen, maar is wel goed verbonden door middel van een snelle stoeltjeslift. Sowieso zou ik liever aan de kant van Valloire verblijven: een groter gedeelte van het skigebied snel tot je beschikking en een leuker, gezelliger dorp.

Met vriendenSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

In maart 2016 verbleven wij in Serre Chevalier en zijn vanuit daar een dagje naar Puy-Saint-Vincent gereden. Sneeuwcondities en weer waren erg goed, (bijna) alles was geopend.
Wij parkeerden de auto in Serre Che 1400 en gingen vanuit daar het gebied verkennen. Het is een leuk, relatief klein gebied. Qua opzet, sfeer, aantal kilometers en pistekaart deed het me een beetje denken aan Pila. Hoewel ik moet erkennen dat Pila bij mij toch wat hoger scoort.

Pluspunten:

  • Erg mooie omgeving. De vallei is mooi, uitzichten adembenemend en het is er over het algemeen vrij rustig. Geen massa-tourisme hier. Daar doet het lelijke appartementencomplex op 1600 meter niks aan af.
  • Grootste gedeelte van het gebied ligt op het noorden, waardoor de sneeuw lang goed blijft.
  • Fantastische prijs-kwaliteitverhouding. Je betaalt hier niet veel voor accommodatie en skipas. Prijzen op de piste vallen ook mee. Waar voor je geld.
  • Leuke pistes, zowel tussen de bomen als in het hooggebergte. De mooiste vond ik de blauwe Crête du rocher noir, overgaand in Crêtes, 4 Fontaines en uiteindelijk Granges aan de linkerkant van het gebied, de combinatie Bois des Coqs/Balme uiterst rechts en Bartavelles.
  • Veel pistes onder de boomgrens, maar ook daarboven een paar mooie. Door het bos heb je af en toe het gevoel in je eentje te skiën, ver van de bewoonde wereld (zeker op de Bois des Coqs/Balme).
  • Mooi off-piste potentieel in het gebied.
  • Sneeuwzeker.

Minpunten:

  • Matige preparatie van pistes, hoewel er meer dan genoeg sneeuw lag. In Serre Che was dit beter geregeld, hoewel daar meer wind had gestaan.
  • Personeel was niet overal even aardig.
  • Meeste liften zijn vrij verouderd (Les Pres uitgezonderd). Gelukkig wel bijna overal een loopband, daardoor wat minder last van de kuiten.
  • Appartementencomplex op 1600 meter is verschrikkelijk. Zelden zoiets lelijks gezien en ik meen het (helaas).
  • Vrij lange zit met de auto vanuit Nederland, zelfs nog verder dan Serre Chevalier.
  • Relatief veel gasten uit het Oostblok verblijven hier. De dag dat ik er was (buiten de vakanties) heb ik meer Slavische talen gehoord dan Frans en Engels. Dit kwam het skiniveau op de piste ook niet ten goede.

Hebben geluncht bij aankomst van de stoeltjeslift Les Pres in een sfeervol uitziende blokhut. Lekker eten maar niet heel bijzonder. Ook hier veel mensen (uit het oosten) op een vroeg tijdstip al aan de (sterke) drank.

Al met al een leuk gebied. Ik heb me er een dag met mooi weer en goede sneeuw uitstekend vermaakt. Toch zal ik hier niet snel terugkeren; het aanbod is mij iets te beperkt voor de afstand vanaf Nederland. Verder sluit ik me aan bij Rogier: Puy-Saint-Vincent heeft ontzettend leuke, mooie pistes en daar hebben ze geluk mee!

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Begin januari 2017 in Stafal verbleven (Residence Stolemberg, nabij de liften). Wij vonden dit een fantastisch gebied. Het is zeer uitgestrekt en zeer authentiek; après-ski, vreetschuren en hoogbouw zul je hier niet vinden. Daarbij is het, doordat bijna het hele gebied kunstmatig besneeuwd kan worden c.q. hoog ligt, erg sneeuwzeker. Ook het uitzicht is fantastisch: vanaf de pistes boven Champoluc kun je zowel de Matterhorn als de Mont Blanc zien, terwijl je vanaf de Passo dei Salati geweldig uitzicht hebt over het dal van Alagna en de Po-vlakte/uitlopers van de Alpen richting Como/Milaan.

De pistes zijn over het algemeen vrij breed, een uitzondering daargelaten. En fantastisch qua hellingshoek en expositie. Zowel tussen de bomen als boven de boomgrens vindt je fantastische pistes. Mijn aanraders zijn V3 en V1 aan de kant van Alagna, hoewel V2, V4 en V5 ook erg mooi zijn. Aan de kant van Gressoney zijn G5, G6 (voornamelijk het bovenste deel, daarna een pad), G7, G13 en B1 echte aanraders.

De kant van Champoluc is misschien wel het interessantste/mooiste deel van het gebied, zeker in de middag wanneer de pistes hier in de zon liggen. De combinatie G14/G15 is erg fraai. C10 en C11 zijn heerlijke carvingstreckes door het bos heen. Ook C7 en de combinatie C5/C3/C1 van meer dan duizend hoogtemeters in een aanrader. Enig nadeel hier is het stuk dat je moet lopen tussen lift 8 en lift 11. Ook zijn niet alle liften even modern en zijn er veel cabineliften waardoor je het gevoel krijgt dat je telkens je ski’s uit moet doen. Aan de andere kant is dit ook wel weer fijn bij koud of slecht weer.

Nu ik zo teruglees merk ik dat ik bijna de helft van de pistes een aanrader vind, dus dat zegt genoeg.

Stafal is vanuit Pont Saint Martin in het Aostadal nog wel een uur rijden. Dit is geen straf, het is een mooi dal en een mooie weg, hoewel niet gemakkelijk. Als je echter vanuit hier nog een keer naar een ander gebied in de Aostavallei wil, of een dagje naar bijvoorbeeld de stad Aosta, Milaan of Turijn, dan is het een hele zit (die wij overigens graag op de koop toenamen, gewoon vroeg opstaan).

Al met al een topgebied: heerlijk rustig, mooie pistes, Italiaans goed eten (Punta Jolanda bovenaan de gelijknamige lift en Belvedere aan C7 waren onze favoriet, vooral die laatste was vrij verfijnd qua eten), leuke dorpjes (Alagna is werkelijk een parel, je moet een klein stukje lopen van het einde van de piste naar de lift omhoog, tussen karakteristieke huizen) en vriendelijke mensen (met Engels is het af en toe behelpen, maar iedereen doet zijn best en een probleem was het nergens). Tel hierbij op dat de prijzen voor eten en accommodatie relatief laag liggen en het uitzicht adembenemend is ('s ochtends wakker worden, een blik op de Monte Rosa werpen en je begrijpt waarom hij zo heet!) en iedereen zal begrijpen dat wij hier zeker nog een keer terugkomen!

Enige nadeel: het is nogal een zit vanuit Nederland. Het jaar hiervoor waren wij naar Serre Chevalier afgereisd. Hoewel dit volgens Google Maps een uur verder rijden is, hadden wij het gevoel dat Briançon een stuk beter te bereiken is dan Monte Rosa. Als je de iets langere zit in de auto geen probleem vindt, of wil vliegen op Milaan dan wel Turijn, dan is dit gebied een absolute aanrader!

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Begin januari 2017 zaten wij in het Valle d’Aosta en hebben op de laatste skidag Pila bezocht. Het was erg koud. 's Ochtends was het zicht redelijk met wat hoge bewolking, 's middags begon het hard te sneeuwen. Pistes 1, 2 en 27 waren helaas niet open, net als de pistes onder de Grimondet lift, welke ook gesloten was.

Het gebied heeft erg mooie pistes. Het was, op een georganiseerde reis van Engelsen, uitgestorven. Bijna alle pistes zijn breed en hebben een fijne steilheid. Vooral de pistes vanaf de Couis 1 (m.u.v. de rode 9, een zigzaggend pad), Couis 2 (allemaal fantastisch) en onder de Chamolé (de rode 1, 2 en 3; hoewel de 1 en 2 gesloten waren, zagen ze er fantastisch uit. De 3 was ook top!). Onderin en links in het gebied lopen veel pistes tussen de bomen door. Bovenin is het echt hooggebergte. Helaas konden wij door het weer niet van het uitzicht genieten; dit moet echt fantastisch zijn met zicht op o.a. Aosta, de Matterhorn en de Mont Blanc.

Pluspunten:

  • Fantastische pistes, breed, fijn steil en goed geprepareerd.
  • Goed eten op de piste, voor niet veel geld.
  • Mooi uitzicht.
  • Compact, maar leuk genoeg voor een paar dagen tot een volle week, afhankelijk van groepssamenstelling en niveau.
  • Genoeg off-piste vermaak.

Minpunten:

  • Relatief klein.
  • Een paar verouderde liften, vooral aan de rechterkant van het gebied (op de pistekaart).
  • Weinig blauwe pistes voor echte beginners.

Al met al een echte aanrader, zeker geen spijt dat we hier een dag naartoe zijn gegaan. Hopelijk nog een keer terug met mooi weer, maar voor een week is dit gebied voor ons te klein. Wel zijn er bepaalde pistes die je voor de rest van je leven wel zou willen doen, en dat is niet overdreven gezegd!

Met vriendenSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Begin februari 2016 voor het eerst naar Serre Chevalier afgereisd na vele goede verhalen op deze site. Er is geen woord van gelogen!

Zelf verbleven wij in Chantemerle. Dit is, samen met Villeneuve, het meest centraal gelegen dorp van het skigebied. In Chantemerle brengt een snelle 8-persoons gondel je in 5 minuten het gebied in. In drukke vakantieweken opent hiernaast een 6-persoons stoeltjeslift om de gondel te ontlasten.

Wat me opviel was dat de lift, in elk geval vóór de voorjaarsvakantie, ‘pas’ opende om 09:00 uur. Daartegenover stond wel dat de laatste lift omhoog vanuit het dal nog ging om 16:30 uur.

Het gebied heeft voor ieder wat wils. Boven Monetier zijn veel mooie, brede pistes voor beginners te vinden. Ook boven Chantemerle en Villeneuve kunnen beginners prima uit de voeten. Nadeel is wel dat de meeste dalafdalingen vrij pittig zijn. Toch zijn er voor beginners alternatieve dalafdalingen gecreërd, hoewel dit vaak wel groene of blauwe paden zijn.

Voor gevorderde skiërs zijn deze dalafdalingen een enorm pluspunt. Vooral de dalafdaling richting Briançon, de Luc Alphand richting Chantemerle en de Casse du Boeuf richting Villeneuve zijn fantastische pistes. Lang, breed en steil.

Er zijn in vergelijking met Oostenrijk nog relatief veel oude liften, maar dit is niet hinderlijk. De meeste van deze liften kunnen vermeden worden door gebruik te maken van de strategisch geplaatste nieuwe liften.

Een ander groot voordeel is de vele uren dat hier de zon schijnt en de heerlijke gerechten op de piste. Wij hebben vooral heerlijk gegeten bij Bachas boven Monêtier bij Le Flocon en bij een tentje onder de Vallons-lift nabij Village de Fréjus.

Nadelen zijn op de site al genoemd: af en toe matige preparatie van de pistes, hoger gelegen liften willen nog wel eens sluiten vanwege de wind en dit zorgt er ook voor dat sommige pistes verwaaid zijn. Voeg hier een paar verouderde liften aan toe (lift vanuit Briançon is bijvoorbeeld aan vervanging toe, hoewel het uitzicht op de stad prachtig is).

Al met al een topvakantie gehad. Wij komen zeker nog een keer terug!

Zie voor verdere tips de review hieronder. Deze is in mijn ogen erg goed.

Met familieSkiërmeer dan 10 jaar ervaring

Geweldig skigebied. Jungfrau Region bestaat uit drie deelgebieden die door middel van bus/gondel/trein met elkaar verbonden zijn. Op de zuidhelling van Grindelwald (1050m) ligt het gebied First. Dit is vooral voor families en kinderen erg leuk. Een stuk of 50 km piste vindt men hier. Er zijn ook een paar zwarte, pittige afdalingen voor gevorderden. Vanaf hier heb je ontzettend mooi uitzicht op onder meer Wetterhorn, Schreckhorn en Finsteraarhorn. Verder heb je hier mooie wandel- en sleeroutes!

Het grootste en interessantste gebied is dat van Kleine Scheidegg - Männlichen (110 km piste), welke zowel vanaf Grindelwald als Wengen te bereiken is. De afgelopen jaren is hier veel in de infrastructuur geïnvesteerd. Je skiet onder de spectaculaire Eiger, Mönch en Jungfrau. De pistes zijn voornamelijk rood. Voor de gevorderde skiër is de wereldbekerafdaling van de Lauberhorn naar Wengen (1250m) een aanrader. De Hundschopf is erg indrukwekkend. Enig nadeel hier is de gondelbaan van Grindelwald naar Wengen, hier kan het nog wel eens druk zijn en deze stamt uit de jaren '70. Er zijn echter plannen om deze te gaan vervangen (V-bahn).

Het derde gebied ligt aan de andere kant van het Lauterbrunnendal en bestaat uit Mürren - Schilthorn (50 km piste). Mürren (1600m) is, net als Wengen, een autovrij dorp. Hier lijkt de tijd te hebben stilgestaan en het is ontzettend romantisch om hier een keer te verblijven. De Schilthorn is gebruikt als filmlocatie in de James Bond 007-film On Her Majesty’s Secret Service.

Het gebied is niet perfect. Her en der zijn de verbindingen niet optimaal en men staat niet binnen tien minuten op de ski’s bovenin het gebied. Echter maakt het landschap ontzettend veel goed en qua pistes is het een erg leuk gebied. Ook offpiste is hier wel het een en ander te vinden en voor niet-skiërs zit het gebied qua sleeën en wandelen geweldig in elkaar.

Met vriendenSkiërmeer dan 10 jaar ervaring