Koninklijke familie en wintersport
Tegenwoordig is een skivakantie doodnormaal. Maar vlak na de oorlog was dit tijdverdrijf alleen voorbehouden aan de elite, met de koninklijke familie voorop. Voordat de koninklijke familie banden aanging met Lech, gingen ze skiën in het plaatsje Sankt Anton. Dat was voorbij toen prins Bernhard tijdens een skitocht toevallig een hotelier uit Lech ontmoette.
Hoewel Nederland nog volop bezig was met de wederopbouw na de oorlog, trok de koninklijke familie in de winter van 1950 naar het Oostenrijkse plaatsje Sankt Anton. Ze gingen zoals elk jaar skiën, toen nog een zeer sjieke sport. De jonge prinsessen kregen overdag les, en waren, volgens een polygoonjournaal uit die dagen, zeer talentvol in het afdalen. Sankt Anton was reuze blij met het hoge bezoek en omringde de familie met egards. Op nieuwjaarsochtend bijvoorbeeld trad speciaal voor hen een folkloristische muziekgroep op, voor de deur van het hotel.
Ondanks al deze vriendelijke aandacht, verruilde het gezin dit plaatsje enkele jaren later voor Lech. Volgens de overlevering kwam dat zo, omdat prins Bernhard tijdens een skitochtje daar per toeval terechtkwam. Hij raakte daar in gesprek met hoteleigenaar Erich Moosbrugger. Ze bleken dezelfde hobby’s te hebben, namelijk jagen en skiën. Het klikte tussen de twee mannen, en daarmee was de relatie met Sankt Anton afgelopen. Het jaar daarop (1959) nam de koninklijke familie voor het eerst intrek in Gasthof Post, waar ze sindsdien elk jaar terugkeerden.
