Onderkoeling en bevriezing

Kou is een echte sluipmoordenaar tijdens de wintersport en voordat je het weet ben je onderkoeld en/of loop je bevriezingen op. Ook al heb je je nog zo goed gewapend tegen de weerselementen. We leggen uit hoe je onderkoeling en bevriezing kunt herkennen, en wat je kunt doen als je het echt te koud hebt gekregen.

null

Wat is onderkoeling?

Onderkoeling ontstaat als je teveel warmte verliest. Dus als je lichaam niet meer in staat is om warmte vast te houden, en je eigen kernwarmte niet meer voldoende is om de rest van het lichaam warm te houden. Bedenk hierbij dat je je eigen lichaam moet warm houden en dat kleding slechts een isolerende werking heeft, en je dus niet actief opwarmt. Eenmaal onderkoeld heeft extra kleding dus nog maar weinig zin.

Hoe raak je onderkoeld?

De belangrijkste vorm van warmteverlies is via straling, zeker in de bergen. Dit ontstaat als het lichaam warmer is dan de omringende lucht en en zo dus warmte afgeeft/kwijtraakt. Tijdens de wintersport moet je ook convectie niet onderschatten, een koude bergwind koelt je lichaam snel af. Ook zal de snellere verdamping van zweet door de ijlere lucht sneller zorgen voor afkoeling.

Wie is gevoelig voor onderkoeling?

Als je helemaal gezond bent, een goede conditie hebt en goed gegeten hebt zul je het langer warm houden. Daarentegen koel je sneller af als je: moe bent; slechte conditie hebt; uitgedroogd bent (als je dorst hebt ben je in principe al uitgedroogd); slecht bent gekleed; er veel wind is; bij gebruik van alcohol, medicijnen, drugs, etc.

Let op kinderen

Kinderen koelen sneller af dan volwassenen. Dit komt doordat kinderen veel lichaamsoppervlak hebben in verhouding tot hun totale massa. Anders gezegd: een kind koelt sneller af en heeft niet voldoende power om dat zelfstandig weer op te warmen. Ook herkennen kinderen hun eigen onderkoeling minder snel. Ze worden misschien wat hangerig en praten minder. Hou dus je kinderen actief in de gaten tijdens de wintersport , ook als je denkt dat het wel mee valt. Ga regelmatig naar binnen als je tijdens kou met kinderen aan het skiën of snowboarden bent.

Wanneer ben je onderkoeld?

Officieel ben je onderkoeld als je kerntemperatuur onder de 35° komt. Bij de eerste fase van onderkoeling ga je bibberen. Onder de 30° raak je bewusteloos en onder de 28° ben je in direct levensgevaar. Dit gaat natuurlijk in verschillende stappen.

  • 35°-32°: het begint met bibberen en het gevoel van kou, hierbij raken mensen soms opgewonden en gaat de hartslag omhoog, de huid wordt blauwig/bleek;
  • 32°-28°: verminderd bewustzijn zonder bibberen, slaperig, oppervlakkige en langzame ademhaling, langzame pols;
  • 28°-24°: zwakke langzame pols, onregelmatige ademhaling, levensgevaar;
  • Lagere temperaturen: circulatiestilstand kan snel overgaan naar dood door onderkoeling.

Welke opwarmingstechnieken zijn er voor onderkoeling?

Als iemand onderkoeld is, moet de persoon opgewarmd worden. Dat is bij hevige onderkoeling eenvoudiger gezegd dan gedaan, en ook niet zonder gevaar. Twijfel dus niet om een arts of ziekenhuis in te schakelen. Bij actief opwarmen (bad, kachel etc.) daalt vaak de kerntemperatuur (afterdrop). Deze afkoeling kan zeer ernstig zijn, en er zijn zelfs sterfgevallen bekend tijdens het opwarmen. Het is dus van belang om bij serieuze onderkoeling altijd een arts te waarschuwen!

Sowieso is het van belang om bij een onderkoeld persoon er zo snel mogelijk voor te zorgen dat de afkoeling gestopt wordt. Bijvoorbeeld met extra kleding en een reddingsdeken. Gebruik als je ze hebt ook heatpacks op romp, in lies, oksel of in de nek (niet direct op de huid). Zorg dat je de redding belt! Bij een slachtoffer met verlaagd bewustzijn moet heel voorzichtig gehandeld worden om levensbedreigende hartritmestoornissen te voorkomen.

null

Handelen bij onderkoeling

De International Commission for Mountain Emergengy Medicine raadt het volgende aan:

  • Bibberen: eten, drinken, het liefst warme dranken (geen alcohol), bewegen;
  • Onderkoeld zonder te bibberen, wel bij bewustzijn: warme dranken (mits persoon kan slikken), voorzichtig; evacueren (pisteurs/bergredding) naar warmere plek, wees erg voorzichtig en hou slachtoffer goed in de gaten;
  • In leven maar buiten bewustzijn: stabiele zijligging, klaar om te reanimeren, ziekenhuis;
  • Geen teken van leven: reanimeren tot reddingsarts ter plekke is.

Dit klinkt natuurlijk allemaal extreem heftig. Gelukkig duurt het (met uitzondering van lawineslachtoffers en andere zwaar gewonde personen) een aantal uur voordat iemand echt zwaar onderkoeld raakt. Dat maakt dat tijdens de wintersport je vaak snel kunt reageren door, voordat iemand echt onderkoeld is, naar een warme plek te gaan. Maar bedenk dat als je bijvoorbeeld gaat off-piste skiën een eventueel ongeluk, ver van alle redding, bij extreme kou erg snel gecompliceerd en zeer gevaarlijk kan worden.

Sterfgevallen na de après-ski

Ook zijn er meerdere sterfgevallen bekend van wintersporters die na een avondje stappen bij de après-ski onderkoeld zijn geraakt. Het is dus zaak om bij lage temperaturen erg op te blijven letten op iedereen in je groep. Neem op tijd pauze, drink genoeg warme dranken en twijfel niet om te stoppen als het echt koud is!

Bevriezingen tijdens de wintersport

Ook als je niet onderkoeld bent, kun je bij lage temperaturen en met wind letsel oplopen. We hebben het dan over bevriezingen. Vooral vingers, oren, wangen en tenen lopen gevaar. Het weefsel wordt bleek en het gevoel wordt, zonder pijn, minder of je wordt zelfs gevoelloos. Bevriezingen komen relatief vaak voor. Omdat bevroren lichaamsdelen gevoelloos worden merk je het soms niet. Vooral bij hevige wind bevriezen wangen erg snel. In bevriezingen heb je net als bij verbrandingen verschillende gradaties.

Welke bevriezingsgradaties zijn er?

  • 1e graad: witte huid, gevoelloos, stekende pijn bij opwarmen.
  • 2e graad: roodblauwe huidverkleuring, zwelling en blaarvorming, pijn bij opwarmen: absoluut controle door arts.
  • 3e graad: gevoelloos ook bij en na het opwarmen, blauwzwarte huidverkleuring, afsterven van weefsel na dagen tot weken; controle door arts.

Handelen bij bevriezing

  • Als wangen, vingers, tenen of oren gevoelloos worden (zeker na eerst pijnlijk koud te zijn geweest) twijfel dan niet om te stoppen en op een warme beschutte plek deze lichaamsdelen te controleren;
  • Warm het lichaamsdeel op (niet te warm), idealiter met lichaamswarmte. Gebruik zeker geen droge hitte zoals handdrogers of föhns. Leg niets heets op de bevoren huid. Pas ook op met bijvoorbeeld een kop hete thee of chocola (bedenk dat de huid gevoelloos is!). Ook kunnen heatpacks te warm zijn als deze direct op de huid worden gelegd;
  • Slik aspirine (dus niet Paracetamol) of Ibuprofen tegen de pijn en om bloeddoorstroming te bevorderen.;
  • Drink warme dranken, voor bloeddoorstroming en om op te warmen;
  • Wrijf niet. Dit kan weefselbeschadiging veroorzaken;
  • Trek zo snel mogelijk droge kleding aan;
  • Je kunt het bevroren lichaamsdeel opwarmen door het onder te dompelen in water van 40 graden. Let op, water van deze temperatuur is vaak te pijnlijk als je daar direct ingaat. Begin met water van ongeveer 37 graden (Baby-bad temperatuur, check met elleboog). Voeg hier geleidelijk heet water aan toe tot 40-42 graden is bereikt. Dit is heet maar draaglijk, laat dit testen door iemand die geen bevroren vingers heeft. Het is aan te raden om aan dit water een desinfecterend middel toe te voegen. Denk aan betadine;
  • Pas op: warm geen lichaamsdelen op als het slachtoffer onderkoeld is (zie hierboven);
  • Als de bloeddoorstroming in een bevroren lichaamsdeel niet binnen 48 uur hersteld is, kan dat lichaamsdeel afsterven;
  • Er kunnen grote blaren ontstaan. Blaren absoluut niet doorprikken. Ga met deze blaren langs bij een arts. Veel grote ziekenhuizen in de Alpen hebben veel ervaring met vrieswonden. Wacht dus niet tot je weer in Nederland of België bent om langs te gaan bij een arts.