De 'geleende' Nederlandse wintersporttaal

Rick op 25 november 2022· 39 reacties

Een pistenbully in het snowpark
Een pistenbully in het snowpark

Pistenbully. Het valt me op dat zo ongeveer iedere Nederlandse wintersporter de machine die de pistes prepareert zo noemt, terwijl dit eigenlijk helemaal geen Nederlands woord is. Overigens is het formeel gezien ook geen Duits woord, aangezien het de productnaam is van een voertuig van fabrikant Kässbohrer, maar dat terzijde. Hoewel het Duits verschillende alternatieven kent voor ‘Pistenbully’, zoals ‘Pistenraupe’ of ‘Pistenfahrzeug’, zijn de letterlijke vertalingen daarvan (‘pisterups’ en ‘pistevoertuig’) in de Nederlandse wintersporttaal niet bepaald ingeburgerd. We blijven deze machines massaal pistenbully noemen.

De piste moet gebullied worden

Zoals ook benoemd in het eerdere artikel gaat het zelfs nog verder: de activiteit die deze apparaten uitvoeren heeft ook een nieuw werkwoord opgeleverd; ik hoor namelijk vaak genoeg dat pistes aan het eind van de dag dringend ‘gebullied’ moeten worden. Waar men in sommige andere talen alles probeert te vertalen naar de eigen taal, kiezen we in Nederland, bij gebrek aan een goed alternatief, vaak voor het adopteren van leenwoorden uit andere talen. Dat geldt voor normaal spraakgebruik (ga maar eens na hoeveel Nederlandse woorden oorspronkelijk uit het Frans komen), maar dus ook voor de wintersporttaal. Een mooie aanleiding om de Nederlandse wintersporttaal eens onder de loep te nemen.

Duits als taal van de wintersport

De meeste wintersportwoorden die we geleend hebben komen uit het Duits. Dat is op zich niet gek, aangezien Duitstalige landen, en met name Oostenrijk, voor Nederlanders al tijden de populairste bestemming is voor een wintersportvakantie. Voor veel woorden bestond in ons vlakke landje simpelweg geen alternatief. Denk maar eens aan je skimateriaal: grote kans dat je die dingen waar je je skischoenen mee dichtgemaakt, schnallen noemt. En dat je het over je belag hebt als je de onderkant van je ski’s of snowboard bedoelt.

Maar je ziet op veel meer gebieden woorden die geen Nederlands zijn, maar wel heel gebruikelijk zijn in de dagelijkse praktijk. Bijvoorbeeld bij de sneeuwcondities. Voor Neuschnee of Tiefschnee is niet echt een vertaling te vinden, of je moet het met meerdere woorden gaan omschrijven. En zo kan een piste na verse sneeuw ook snel veranderen in een buckelpiste. En hoe noem je die typische plek onderaan de lift voor een drankje na het skiën? Juist, dan gaan we gezellig naar de Schirmbar. Of wat dacht je van een beschrijving van fantastisch wintersportweer: Keizersweer (Kaiserwetter) klinkt toch wat bijzonder. En ook voor de bekende warme wind uit het zuiden kent onze taal geen andere benaming, hoewel we datzelfde woord (föhn) eigenlijk in het Nederlands ook al gebruiken als synoniem voor ‘haardroger’.

Het Duits kan ons dus als Nederlanders in sommige gevallen helpen om wintersportzaken beter te omschrijven. Het kan je echter soms ook tegenwerken. Zo betrap ik mezelf er nog wel eens op dat ik het heb over een middelstation waar je uit- of in een lift kunt stappen. Maar dat station heeft natuurlijk niets met je middel te maken, het is simpelweg een ‘vernederlandsing’ van het Duitse Mittelstation. ‘Middenstation’ of ‘tussenstation’ zou in het Nederlands een betere omschrijving zijn, maar in dit soort situaties kan het Duits, omdat het op Nederlands lijkt, je dus ook in de weg zitten.

Instappen bij het middelstation
Instappen bij het middelstation

De opkomst van het Engels

Ook het Engels is steeds meer aanwezig in de Nederlandse wintersporttaal. Waar we eerst vooral woorden als skipully (afkomstig van het Engelse pullover, een soort trui) gebruikten, kwam daar later al de goggle bij, als hippere (en vanwege zonnelenzen accuratere) term voor skibril. Met de introductie van het snowboarden, freeriden en freestyle-skiën (zelf overigens allemaal ook geen Nederlands), werd het Engels pas echt gebruikelijk in de wintersport, hoewel dit zich wel voornamelijk beperkt tot specifieke groepen wintersporters. Zo hoor je snowboarders vaker over de tip en de tail, dan over de voor- en achterkant van het snowboard. En rijden freestyle-skiërs graag switch, oftewel achterstevoren. Als je dan vervolgens het snowpark in gaat (ook al zo’n lekker Nederlands woord), wordt Engels zo ongeveer de standaardtaal als je over kickers, rails en boxen one-eighties (180’s), three-sixties (360’s) of rotaties met nog meer graden probeert te maken. Liefst in combinatie met allerlei grabs en andere tricks. De (voornamelijk uit Amerika afkomstige) freestylescene heeft op dat gebied Europa veroverd, wat je terugziet in het Nederlandse wintersporttaalgebruik.

Piste, een van de weinige wintersportwoorden uit het Frans
Piste, een van de weinige wintersportwoorden uit het Frans

De impact van enkele Franse woorden

Bijzonder genoeg komt de taal waar we in het dagelijkse Nederlands de meeste woorden van geleend hebben, in de wintersporttaal minder voor. Waar Franse woorden als toilet, bagage en ambulance volledig zijn ingeburgerd, kent de wintersporttaal nauwelijks Franse leenwoorden. Het grappige is dat de twee uitzonderingen ook direct twee van de meest gebruikte woorden zijn. We skiën ze namelijk iedere wintersportdag meerdere malen af, en iedere wintersporter heeft het er gegarandeerd talloze keren per dag over: de pistes! Het woord ‘piste’ is een leenwoord uit het Frans dat staat voor een uitgesleten, onverharde weg. Eerder werd het zelfs al gebruikt voor de opeenvolgende afdrukken van paardenvoeten op de vloer van een manege. Met de opkomst van de wintersport is het echter snel ingeburgerd als ‘parkoers voor het skiën’. Inmiddels denkt het gros van de mensen bij het woord piste direct aan wintersport, hoewel het (in ieder geval in het Nederlands) ook nog steeds in relatie tot de paardensport gebruikt wordt.

Eén van de belangrijkste woorden in de wintersport is dus afkomstig uit het Frans. Dat geldt ook voor een andere belangrijke activiteit, namelijk datgene wat je ná het wintersporten doet. Jawel, in zowel het Duits, Engels als Nederlands is er geen beter woord te vinden voor het gezellige drankje na het skiën dan après-ski! Toch jammer dat de meest gebruikelijke vorm daarvan, een feestje onderaan de piste direct na het skiën, juist in Frankrijk nauwelijks aanwezig is.

null

De Nederlandse wintersporttaal is dus een mengelmoesje van woorden uit verschillende talen. De woorden die uit andere talen geleend zijn, raken naarmate de tijd vordert echter steeds meer ingeburgerd, waardoor ze uiteindelijk min of meer opgenomen worden in het Nederlands. Na verloop van tijd kijkt geen Nederlander meer raar op van een woord dat oorspronkelijk eigenlijk helemaal niet in het Nederlands voorkwam.

Kennen jullie meer wintersportwoorden die we als Nederlanders geleend hebben van andere talen?

Rick
Heeft een passie voor alles wat met bergen, sneeuw, skiliften en wintersport in het algemeen te maken heeft en deelt hierover graag zijn kennis.

Plaats een reactie

Nog een paar Franse wintersportgerelateerde leenwoorden: pistes worden geprepareerd (van bulliën had ik persoonlijk nog nooit gehoord) en een gondellift noemen we ook wel een cabinelift. De Franse lanceerliften worden door veel mensen ook wel Pomaliften genoemd en de medewerkers die de pistes en afzettingen verzorgen en controleren noemen we pisteurs.

*bericht bewerkt door paolie op 25 nov 2022 09:24

Ik weet er een paar: kamikaze (verre oosten) piloot, een ‘local’, zijn termen die de Nederlanders vaak gebruiken. Voor langlaufer zou ik ook geen Nederlandse term weten… misschien is autobahn, de strak erbij liggende piste, ook wel zo’n term.

Toen ik zelf leerde skiën hadden we het altijd keurig over Pflugbochten. Maar de kinderen van tegenwoordig gebruiken alleen nog maar pizzapunt ;-) Parallel komt dan weer uit het Frans.

Wij gebruiken wel een ‘Nederlandstalig’ woord voor pistenbully, namelijk ‘sneeuwkat’ ;)

En ‘Tiefschnee’ is toch gewoon ‘diepsneeuw’ ? Of zoals wij het ook wel eens noemen: ‘poer’ of ‘poeier’

“Schirmbar” is bij ons dan weer de “sneeuwbar”

Yes, wintereinbruch!
Heb je veel Stau gehad onderweg?
Viel mee hoor, maar wel een hele hoop Baustellen!
Zonde, gelukkig waren we op tijd om nog mee te frühstücken met de bende.
Daarna zijn we naar de Skischule gegaan. Voor Schnapps was het nog te vroeg, maar een weissbier smaakte wel op het terras. Doe jij morgen een Early Bird? Nee ik ga op mezelf rustig wat cruisen en nog wat oefenen op het carven. Rond 10 uur hebben we afgeproken voor heisse Kakao, ben nog aan het twijfelen met of zonder Sahne.

Ben dus ook totaal schuldig aan het consequent niet vertalen van wintersporttermen :-)

Blogt voor wintersport.be - familiaal skiër, levensgenieter en Alpenfan.

Haha, wat een topartikel! Vorig jaar op wintersport heb ik me hier al eens over lopen verwonderen. Je bent taalwetenschapper of je bent het niet he (;

Ik zou het wel interessant vinden om te ontdekken welke termen écht ingeburgerd zijn, dus ook bij de mensen die niet op wintersport gaan. Een woord als ‘piste’ is vermoedelijk bij iedere Nederlander wel bekend, maar of termen als ‘pistenbully’ of ‘mittelstation’ voor die mensen ook wat betekenen? Vraag het me af!

Ik mis misschien wel één van de belangrijkste: ski en dus skiën hebben we ontleend uit het Noors.

En “falllinie” of “fall line”, is daar eigenlijk een Nederlands woord voor in dit bergloze land?

Vijftienhonderd is het nieuwe duizend

Ik mis misschien wel één van de belangrijkste: ski en dus skiën hebben we ontleend uit het Noors.

Bierdopje op 25 nov 2022 10:32

En betekent ‘ski’ dan ook iets? Plank of zo?

Bla, bla, bla.

Ik weet het al, lang leve wikipedia:

Het woord ski is afkomstig van het oud-Noorse Skiða, dat ‘rechte plank’ betekent

Zo, dat wordt deze winter weer veel planken. ;)

Bla, bla, bla.

Ik mis misschien wel één van de belangrijkste: ski en dus skiën hebben we ontleend uit het Noors.

Bierdopje op 25 nov 2022 10:32

En betekent ‘ski’ dan ook iets? Plank of zo?

bartvwg op 25 nov 2022 10:49

Sneeuwschaats, maar oorspronkelijk lang stuk hout inderdaad! Volgens het etymologisch woordenboek.

Ik weet het al, lang leve wikipedia:

Het woord ski is afkomstig van het oud-Noorse Skiða, dat ‘rechte plank’ betekent

Zo, dat wordt deze winter weer veel planken. ;)

bartvwg op 25 nov 2022 10:51

Plankenkoorts krijgt wel een andere betekenis zo

Toen ik zelf leerde skiën hadden we het altijd keurig over Pflugbochten. Maar de kinderen van tegenwoordig gebruiken alleen nog maar pizzapunt ;-) Parallel komt dan weer uit het Frans.

paolie op 25 nov 2022 10:02

Ik gebruik dan weer het oerhollandse ploegen.
Oh en de Schirmbar gebruik ik juist het Franse paraplubar.

*bericht bewerkt door Tiny-M op 25 nov 2022 11:41

Toen ik zelf leerde skiën hadden we het altijd keurig over Pflugbochten. Maar de kinderen van tegenwoordig gebruiken alleen nog maar pizzapunt ;-) Parallel komt dan weer uit het Frans.

paolie op 25 nov 2022 10:02

Ik gebruik dan weer het oerhollandse ploegen.
Oh en de Schirmbar gebruik ik juist het Franse paraplubar.

Tiny-M op 25 nov 2022 11:38

Terwijl ik voor de paraplubar tijdens de wintersport dan weer liever de term paraneige bar of parasol bar gebruik… Die plu wil ik daar dan echt niet hebben…
Maar in sommige gebieden heet het dan weer de Umberellabar…

Let's go ski!

Er is één winstersportwoord dat ik heel vaak gebruik en waar ik tot nu toe eigenlijk in geen enkele andere taal een passend woord voor gevonden heb: het Limburgse sjravele. Sjravele doe je op pistes of paden die net te vlak zijn om door te glijden. Of tussen liften die niet lekker op elkaar aansluiten. Voorbeeld: tijdens het skiën van de Sellaronda moesten we erg veel sjravele.

*bericht bewerkt door paolie op 25 nov 2022 12:54

Wij gebruiken wel een ‘Nederlandstalig’ woord voor pistenbully, namelijk ‘sneeuwkat’ ;)

En ‘Tiefschnee’ is toch gewoon ‘diepsneeuw’ ? Of zoals wij het ook wel eens noemen: ‘poer’ of ‘poeier’

“Schirmbar” is bij ons dan weer de “sneeuwbar”

Skiwi op 25 nov 2022 10:12

Snowkatze hoor je ook wel in Sud-Tirol.

Aftellen maar!

Er is één winstersportwoord dat ik heel vaak gebruik en waar ik tot nu toe eigenlijk in geen enkele andere taal een passend woord voor gevonden heb: het Limburgse sjravele. Sjravele doe je op pistes of paden die net te vlak zijn om door te glijden. Of tussen liften die niet lekker op elkaar aansluiten. Voorbeeld: tijdens het skiën van de Sellaronda moesten we erg veel sjravele.

paolie op 25 nov 2022 12:54

Klünen noemden wij dat altijd, de meeste mensen prikken maar wie slim is schaatst (als er ruimte is…)…

Vijftienhonderd is het nieuwe duizend

Ook altijd mooi als je een Duits compliment krijgt:
“Totales Vollidiot!”

“Danke!”

DIN getal binding…skiroute…Eigenheimer (voor ori-oostenrijkers)…Sitzheizung (raar. We gebruiken nooit stoelverwarming…)…

Totales Vollidiot

Idd raar. En ik zou me schamen.

Ik was vooral verbaasd toen ik leerde dat die haardroger vernoemd is naar de warme zuiderwind en niet andersom.

Bedenk me ook nog Kaiserwetter a.k.a. Bluebird day. Heb daar eigenlijk ook geen goed Nederlands woord voor, alleen dat je een mooie blauwe lucht hebt.

Bedenk me ook nog Kaiserwetter a.k.a. Bluebird day. Heb daar eigenlijk ook geen goed Nederlands woord voor, alleen dat je een mooie blauwe lucht hebt.

Tiny-M op 25 nov 2022 16:17

Zonovergoten.

… we zaten in een mega dump, de volgende morgen first chair omhoog! Eerst kijken welke stufe het is. Ff dd biebs checken en gaan! De pow is idd vet we komen bij de eerste drop-in. Eerste meter schuss om niks los te trappen. Met voldoende float Craven we naar beneden. Halverwege zien we nog een leuk couloiir. Omhoog hiken of zullen we spinnen? Vanaf de top pakken een Cliff-drop mee en gaan verder richting een mooie treerun. Ontwijken wat treeholes en komen met een big smile beneden. En onze airbag hadden zoals bedacht niet nodig. Alleen die snowboarder die mee was pleurde op t vlakke op z’n bek en moest de walk of shame doen. Gebruik dus eigenlijk nooit buitenlandse termen…

Wij zeggen ‘ op de pieste’ maar mijn Duitse collega zegt ‘auf die pisten’ en de uitspraak in het Duits klinkt dan een beetje alsof ze het over de verleden tijd van urineren heeft…

Life is what happens while you were checking your phone

Schuss is idd een hele bekende natuurlijk.
In de hocken gaan.

Die ken ik vooral van “heiße Schokolade mit Schuss” ;-)

Schuss is idd een hele bekende natuurlijk.
In de hocken gaan.

DrPhil op 25 nov 2022 16:51
Vijftienhonderd is het nieuwe duizend

Tijdens mijn eerste ski-vakantie noemde ik het altijd “tyfus sneeuw” … maar inmiddels kan ik de Tiefschnee meer waarderen 😁

Er is één winstersportwoord dat ik heel vaak gebruik en waar ik tot nu toe eigenlijk in geen enkele andere taal een passend woord voor gevonden heb: het Limburgse sjravele. Sjravele doe je op pistes of paden die net te vlak zijn om door te glijden. Of tussen liften die niet lekker op elkaar aansluiten. Voorbeeld: tijdens het skiën van de Sellaronda moesten we erg veel sjravele.

paolie op 25 nov 2022 12:54

Mooi woord ‘sjravele’ … boven de rivieren noemen we dat gewoon ‘schaatsen’ denk ik 😁

Een artikel met een grote meerwaarde. Waarvoor dank 🙈…

One ski, more fun.

Bedenk me ook nog Kaiserwetter a.k.a. Bluebird day. Heb daar eigenlijk ook geen goed Nederlands woord voor, alleen dat je een mooie blauwe lucht hebt.

Tiny-M op 25 nov 2022 16:17

Zonovergoten.

DrPhil op 25 nov 2022 16:39

En dat ligt dan dus een heel stuk verder achterin m’n geheugen begraven dan die andere 2 termen 🤣

Sneeuwalarm

Ontvang gratis een sneeuwalarm per e-mail van jouw bestemming in aanloop naar je wintersport vakantie! De meldingen stoppen automatisch na je vakantie.

Plaats een reactie