Jay

Leuk alternatief voor de Schatzi bar. Ligt 20 meter ernaast, maar veel rustiger en wat minder testosteron.

Door de Corona-pandemie moesten we “noodgedwongen” uitwijken van Oostenrijk (Ischgl) naar Frankrijk, en dan ongeveer net zo ver rijden want we gingen maar 4 nachten.
Dan is Morillon in de verste verte geen alternatief voor Ischgl. Dat wisten we, maar het heeft ons toch aangenaam verrast.
Het dorp is niet typisch Frans, de pistes zijn lang en breed en veelal tussen de bomen.

De verbinding naar Flaine is druk en niet de moeite waard. Het skigebied van Flaine hebben we alleen ‘aangeraakt’ en toen gauw weer terug. Aan de kant van Morillon is het veel rustiger en biedt genoeg mogelijkheden voor een short-ski. Wachttijden bij de lift waren er nauwelijks (tweede week kerstvakantie).

Restaurants zijn we 's avonds niet geweest (vanwege COVID-19), maar afhalen was matig (Pizza van La Puzze was een natte kaasbende).
We kwamen ook niet voor het eten, maar we misten wel de schnitzels, knôdels, kaiserschmarrn en Tiroler gröstl :(

De pinautomaat was rijk gevuld, maar na ons wellicht niet meer want de hotelier vroeg ons vriendelijk contant te betalen.

Het dorp is makkelijk en snel bereikbaar.

Eigenlijk kan ik niet één punt noemen waarom het gebied eruit springt, maar toch was het een topvakantie en willen we graag terug.
Misschien juist omdat het een klein en vooral overzichtelijk gebied is, wat het ideaal maakte voor onze groep van meerdere gezinnen met kleine kinderen. Je hoeft niets af te spreken want je komt elkaar altijd weer tegen bij het middenstation.
Ga hier overigens niet eten, want dat is net een gaarkeuken. Er zijn meerdere, leukere alternatieven.
Het dorp Jerzens stelt ook niets voor en bovendien zaten wij bij het dalstation. Dat ligt 6 haarspeldbochten hoger dan het dorp en daar is 's avonds helemaal niets te doen.
De blauwe afdalingen hebben wel wat stukken rood erin.
Het is niet echt druk en het is prima te bereiken (over de fernpass bij Imst rechtdoor en je bent er).
Dus ja, wat zijn nu echt de aanraders… Ik kan het niet zeggen en ik heb echt wel wat gebieden gezien. Ik denk dat het voor onze groep precies perfect was.

Het dorp:
Is erg niet-Frans, wat een verademing is in vergelijking met de grote, bekende gebieden. Natuurlijk zijn er meerdere kleine boerendorpjes te vinden bij de grotere gebieden (bijv. St. Martin de Belleville) maar La Clusaz is een groot en gezellig dorp dat zijn eigen karakter heeft behouden. Geen hoogbouw en veel leuke restaurantjes, kroegen en winkels met lokale producten. Weinig Nederlanders gezien (voorjaarsvakantie).
Op zaterdag en zondag, maar ook op doordeweekse dagen is het grote uittocht door weekend- en dagjesmensen waardoor in het dorp lange files staan met bijbehorende uitlaatgassen.
De bereikbaarheid is dus heel goed en zelfs in de voorjaarsvakantie is het prima aan te rijden. Het scheelt dik 100 kilometer met bijv, Val Thorens en je mijdt knelpunten als Lyon, Chambéry en Albertville.
Het is geen ski-in-ski-out, maar er vertrekken meerdere skiliften vanuit het dorp, dus je hoeft nooit ver te lopen. Zorg dan wel dat je enigszins centraal zit, want er zitten veel appartementencomplexen tegen de noordelijke helling van het dorp en daar zijn geen liften en pistes.
Prijzen in (berg)restaurants en supermarkt zijn bijzonder redelijk!

Het skigebied:
Bestaat eigenlijk uit 5 aparte gebiedjes: La Balme, l’Aiguille, Beauregard, l’Etale en Manigod. Die laatste ligt het meest afgezonderd. Alles is wel op elkaar aangesloten waardoor het een groot gebied lijkt. Dat is het ook wel, maar het zijn vooral verbindingsliften en -pistes. Kies je voor één gebiedje, dan heb je het snel gezien. Wil je gaan toeren dan ben je vooral bezig om ergens anders te komen, zonder dat je het idee hebt aan het skiën te zijn.
Met kleine kinderen en beginners ben je aangewezen op de beginnerspiste in het midden van de kaart. Andere makkelijke pistes moet je eerst zien te komen. De twee dalafdalingen zijn weliswaar blauw, maar kennen steile stukken en zijn aan het einde van de dag stuk geskied (hopen sneeuw) en enorm druk.
Komt ook bij dat het dorp niet hoog ligt voor Franse begrippen (1.000 meter), waardoor de sneeuwkwaliteit onderaan ook te wensen overliet.

Samengevat: het dorp is een absolute plus, maar het skigebied is minder.

Ik sluit me aan bij de voorgaande 2 reviewers. Hochzeiger is inderdaad een leuk gebied voor gezinnen, MAAR echte beginners gaan een uitdaging krijgen. Blauw is inderdaad niet overal blauw. Tel daarbij op dat het gebied al niet heel groot is en er blijft weinig over.

Het is wel een mooi gebied, met prachtige uitzichten en nog best wat afwisseling voor de gevorderden en leuke offpiste mogelijkheden.
Het was niet druk (voorjaarsvakantie 2016).
Vermijd het restaurant bij het middenstation. Ongezellig en niet lekker eten. Zak een klein stukje af naar de Tanzalm en dat is direct veel gezelliger!
Rodelen op donderdagavond? Leuk, maar niet doen met kleine kinderen! Bloedlink en niemand waarschuwt hiervoor.

Wij hadden het voorrecht om naast de gondel te mogen verblijven en dat was top. De meeste accommodaties zijn namelijk in het dal, waarmee je afhankelijk bent van auto of skibus. Dat zou voor ons een showstopper zijn want ik wil op ieder moment weg of weer terug kunnen.
Nadeel is alleen dat als de laatste de berg af is het direct uitgestorven is. Geen probleem voor ons, want we waren met een flinke groep.
Uit eten is dan ook beperkt.
Al met al erg leuk. Ik kom er graag terug maar volgend jaar is de voorjaarsvakantie gelijk met carnaval en de vakantie voor Beieren dus alles zit nu al vol ?

Pluspunten:

• Prijsniveau restaurants
• Snelle liften
• Gezellig, levendig dorp (maar niet te uitbundig)

Minpunten:

• Lopen door het dorp om van de ene naar de andere lift te komen
• Laag gelegen, dus niet sneeuwzeker en snel papsneeuw onderaan
• Druk op de pistes (capaciteit van de lift is hoger dan de piste aankan)
• Blauw is vaak rood
• Veel Nederlands geschreeuw (hoogseizoen)

Wij kozen dit gebied om de enorme gebieden zoals L3V of La Plagne te vermijden in de voorjaarsvakantie. Dus ook wij wisten dat het geen groot gebied is, maar als groep gezinnen met (kleine) kinderen is het prima. Alleen zijn de pistes net iets te divers. Dalafdaling is inderdaad zo goed als vlak, maar het bovenste deel bevat wat steile en smalle stukken. Ook weer niet ideaal voor een beginner.
Ook op de hoger gelegen pistes zitten stukken die echt niet blauw zijn.
Maar ook die bevatten weer hele lange, vlakke stukken. Wanneer de pistes worden geprepareerd lijkt redelijk willekeurig te zijn. Ik begrijp ook echt niet waarom er in de afgelopen jaren liften zijn verwijderd. Ze adverteren dat ze milieubewust zijn en daarom maar liefst 100 liftmasten hebben weggehaald. Ik denk eerder dat het een centenkwestie is. Vooral jammer dat de verdere verbinding vanaf de charmasson naar het plateau weg is.
De liftcapaciteit is voldoende. Ook in de voorjaarsvakantie hoef je nauwelijks te wachten (behalve als de skiklassen beginnen). Op de pistes kan het wel erg druk zijn.
Het dorp is gezellig met veel mooie chalets en een paar grotere gebouwen met franse hokken die door de touroperators worden aangeboden. De prijzen van de liftpas zijn zeer vriendelijk.
Al met al een prima week gehad. Ik zou er best terugkomen.

Eén van de beste gebieden van Oostenrijk! Zeer moderne liften en daarvan vooral zetelliften - voor een skiër toch het fijnst.
Het gebied is hoog (ook weer voor Oostenrijkste begrippen) en kent lange en gevarieerde afdalingen.
Je moet er niet komen voor de authentieke Oostenrijkse sfeer, want het bruist inderdaad nogal door de levendige apres-ski.
Bizar is bijvoorbeeld het gedreun van de Paznauner Taya als je in de lift geniet van het prachtige uitzicht.
Daarom zou ik niet snel met mijn gezin heengaan, maar met vrienden is het één groot feest.
Het prijsniveau vind ik niet eens zo gek. Koffie of lunch op de piste is zelfs erg betaalbaar. De liftpas is gelijk aan andere (vergelijkbare) gebieden en een biertje in de apres ski bar kost ook niet meer dan ergens anders.
Ook van Russen heb ik niet veel last, maar dat hangt waarschijnlijk af van de periode.

Als ik zo een aantal voorgaande ervaringen lees heb ik het idee dat mensen zich niet voorbereiden waar ze heengaan.
Als je verbaasd bent dat je zo’n eind moet lopen heb je blijkbaar niet de moeite genomen te onderzoeken waar je zit.

Een paar dingen die je moet weten over SF:

Zorg dat je vooraan in het dorp verblijft. Lastig, want dat is vooral particulier eigendom en wordt nauwelijks via touroperators aangeboden. Die stoppen je in de chaletwijk Wildi, nog verder terug dan de parkeergarage.

De dalafdalingen zijn een uitdaging voor echte beginners. Echter, de Feeschatz of Morenia zijn prima te doen - breed en vlak. Ga daarna gewoon weer met de lift naar beneden.

Een aantal liften is nogal verouderd, dat is waar. Deze worden overigens vervangen in 2013 waarna je vanaf de parkeergarage, via het dorp in 1x naar boven kan.
Overigens hoef ik zelfs in de voorjaarsvakantie nauwelijks te wachten voor de liften en

En dan het lopen: bedenk wel dat het skigebied een gletcher is. Je kan daar niet zomaar overal liftstations of palen neerzetten.

Het dorp is gezellig en ademt sfeer. Leuke winkels, paar terrassen, restaurants. Nee, geen uitgebreide apres-ski inderdaad.

Dus, als je de schoonheid van de omgeving niet ziet, de 13 toppen van 4000+ meter die boven dorp uittorenen, de imposante gletscher, het authentieke dorp, dan kan je beter naar Frankrijk gaan.
Daar kom ik ook graag om de echte meters te maken, maar Saas Fee is “wintervakantie”, niet per se “wintersport”…

Gezellig dorpje, maar toch onderdeel van het grote 3V.
Geen enorme apartementencomplexen, nog een oude dorskern, specialiteitenwinkeltjes etc.
Paar kroegjes, maar geen uitbundige apres skli natuurlijk.
Voor gezinnen of een groep vrienden erg aan te bevelen.